Zoeken in deze blog

Translate

maandag 30 september 2013

Is de shortlist Libris Geschiedenis Prijs te voorspelbaar?

Vorig weekeinde werden de nominaties voor de Libris Prijs Geschiedenis Prijs 2013 bekendgemaakt. De lijst bevat weinig verrassingen. Hoe kan dat toch met zoveel verschillende boeken op de leestafel?

Geschiedenis


De Libris Geschiedenisprijs is in 2007 ingesteld door Historisch Nieuwsblad en de Volkskrant ter promotie van het Nederlandse geschiedenisboek. De samenstelling van de prijs heeft sindsdien de nodige veranderingen ondergaan, met nu het Rijksmuseum als belangrijkste partner. Ook dat is opvallend, want dat is en blijft toch in de eerste plaats een kunstmuseum (al beoogt men een geïntegreerde aanpak van kunst en geschiedenis)? De prijs bedraagt een respectabele 20.000 euro.

Thema's


De nominaties worden ook dit jaar weer gedomineerd door drie thema's of genres: kolonialisme, de Tweede Wereldoorlog en de Gouden Eeuw. Met daarnaast nog een of twee boeken ter completering. Het kan haast niet anders, gelet op de voorgaande edities, of de nominaties worden ook naar dit principe samengesteld waarna dan de verschillende lijstjes alsnog samenkomen.
Dit is inmiddels zo voorspelbaar geworden dat men in dat opzicht de prijs net zo goed in drieën kan delen en per thema of genre een individuele prijs uitreiken à 5.000 euro, met eventueel nog een restcategorie erbij.

Kolonialisme


Kolonialisme vormt daarbij de link tussen Nederland en de wereldgeschiedenis. Ook wij waren als land ooit groot en belangrijk.
Bossenbroek, specialist in de Nederlandse koloniale geschiedenis van de 19e-20e eeuw, probeert de rol van Nederland in de oorlog meer voor het voetlicht te brengen. Maar dat botst dan in de praktijk met het idee een vlotte geschiedenis - wat dit boek vooral is - van de hele oorlog te schrijven. Het boek is daarnaast ook nog eens een halve biografie van drie betrokkenen.
Kortom: te veel van het goede dus. Een pure geschiedenis van de Nederlandse betrokkenheid bij de oorlog i.p.v. een geschiedenis van de hele oorlog zou in dat opzicht waardevoller zijn geweest. Of juist alleen een biografie van de jurist Willem Leyds, wiens archief tenslotte ook deels in Nederland ligt.

Tweede Wereldoorlog


Geen nominatie voor de geschiedenisprijs zou compleet zijn zonder een of twee boeken over de Tweede Wereldoorlog: de nationale geschiedkundige obsessie bij uitstek.
Deze periode is inmiddels bijna 75 jaar geleden begonnen en iets minder dan zeventig jaar geleden afgelopen. Binnen de totale twintigste eeuw beslaat zij slechts vijf van de honderd jaren. Nederland kan bovendien terugkijken op een weinig heldhaftig oorlogsverleden; het trauma blijkt desondanks - of juist daarom - vele malen groter.
Kijkers van Zomergasten konden dit jaar met eigen ogen zien hoe zelfs hoogleraar Beatrice de Graaf (1976) vrijwel volledig in beslag werd genomen door de razzia (1944) in haar geboorteplaats Putten.

Polemiek


Vorig jaar werd de geschiedenisprijs gewonnen door Bart van der Boom met zijn boek over of Nederlanders wel of niets wisten van de Holocaust (hij betoogt het laatste). Dit boek bracht de grootste polemiek in jaren teweeg omtrent een historische publicatie. Daarbij werd zijn eenzijdig bronnengebruik van dagboeken nog te weinig methodologisch belicht.
Een recensent vroeg zich daarentegen niet ten onrechte af wanneer nou eens het exemplarische boek over de Nederlandse betrokkenheid bij de val van Srebrenica komt. Zou dit niet vele malen actueler en waardevoller zijn? Of wat bijvoorbeeld anders te denken van de Nederlandse betrokkenheid bij de Europese eenwording na 1945? Zelfs de politiek lijkt dat onderwerp helemaal te hebben laten varen uit angst voor enige vorm van kritiek.
Wat zegt tegelijk het eindeloze gejeremieer over de Tweede Wereldoorlog (door historici en anderen) eigenlijk over Nederland zelf? Inmiddels mag toch worden vastgesteld dat de Vergangenheitsbewältigung, zeg maar de maatschappelijke verwerking van het oorlogsleed, die van Duitsland (waar zelfs al enkele jaren om Hitler mag worden gelachen) overtreft. Het lijkt er verdacht veel op alsof het bezettingstijdperk het falen van Nederland op vele fronten gedurende de twintigste eeuw moet verbergen.

Jan Brokken


Hoe dan ook maakt dit jaar Jan Brokken grote kans de geschiedenisprijs te winnen met zijn boek De Vergelding over een Nederlands dorp in oorlogstijd en vooral de nasleep hiervan. Dit boek is oral history op zijn best; er is onder meer sprake van 185 interviews, naast verder aanvullend onderzoek. Het boek gaat dus vooral over de kracht van herinneringen.
De schrijver Jan Brokken (1949) groeide zelf in het bewuste dorp (Rhoon) op waar de moord op een Duitse soldaat in 1944 door sabotage de gemoederen flink blijft bezig houden. De langdurige nasleep in een kleine gemeenschap vormt de kern van het boek.
Dit werk is inmiddels (o.a.) ook genomineerd voor de NS Publieksprijs en heeft daarmee een geheel eigen momentum, zo lijkt het. Zal de jury het dan ook aandurven niet de gedoodverfde winnaar te kiezen, net zoals in 2011 het geval was met Congo van David van Reybrouck?

Biografie


Het biografisch genre is vooral in trek ter vervanging van de traditionele politieke geschiedschrijving. Het benadrukt de meer menselijke kant van geschiedenis, tegenover de vaak onmenselijke gevolgen van grote evenementen of gebeurtenissen.
Het boek Aards Paradijs van Roelof van Gelder is een biografie van Jacob Roggeveen (1658-1729) die vooral bekend staat als de ontdekker van Paaseiland in 1721. Van Gelder is gespecialiseerd in maritieme geschiedenis, maar dit is niet zijn beste boek.
Over Roggeveen is weinig persoonlijk materiaal bekend en dat maakt het verhaal op voorhand weinig spannend. Van Gelder plaatst zijn hoofdpersoon dan ook vooral binnen een religieuze en intellectuele context, waarna alsnog de ontknoping volgt in de vorm van een verre ontdekkingsreis.

Vrouwenlexicon


De andere biografie op de lijst, 1001 Vrouwen uit de Nederlandse Geschiedenis, is vooral een naslagwerk dat eigenlijk het prettigst leest met telkens één hoofdstukje (of vrouw) voor het slapen gaan. Alle lof voor Els Kloek, haar volharding dit wetenschappelijke project gestand te doen houden tegen negatieve adviezen in en de uiteindelijke wijze waarop het boek via crowdfunding tot stand is gekomen.
Maar de geschiedenisprijs is geen aanmoedigingsprijs en bovendien heeft ze het boek ook zelf niet geschreven; dat wordt straks nog lastig bij het eventueel verdelen van de prijs.

Vreemde eend


Dan is er nog de spreekwoordelijke vreemde eend in de bijt ter completering van het vijftal, ook al kan de vaker bekroonde of genomineerde Neerlandicus Frits van Oostrom nauwelijks zo genoemd worden. Ditmaal betreft het zijn nieuwe literatuurgeschiedenis van de 14e eeuw getiteld Wereld in woorden, die veel meer een brede cultuurgeschiedenis is (zoals we van hem ook gewend zijn). Ook hier dus in wezen geen verrassing maar wederom een voorspelbare keuze.

Beeld


Een vriend van mij vertelde mij eens dat er maar wezenlijk drie onderwerpen toe doen met betrekking tot de Nederlandse geschiedenis bij het grote publiek: de Gouden Eeuw, het kolonialisme en de Tweede Wereldoorlog. Wie deze en de nominaties uit voorbije jaren overziet kan niet anders concluderen dan dat de Libris Geschiedenis Prijs bijna volledig aan dit beeld voldoet.
Telkens veilige keuzes dus, hetzij qua namen van auteurs hetzij m.b.t. de gekozen onderwerpen. De nominaties voor volgend jaar zijn daarom in zekere zin alvast in te vullen. En dat is een zorgwekkend patroon, want zo ontstaat bij het grote publiek een eenzijdig beeld van de Nederlandse geschiedenis.

Onderonsje


Hoe zou dat toch komen? De genomineerden (en overige mededingers) kunnen allemaal goed schrijven, een wel vaker gehoord compliment overigens aan het adres van Nederlandse historici.
In de praktijk blijkt de prijs bovenal een Amsterdams onderonsje. De initiatiefnemers zijn allen in de hoofdstad gevestigd, waar ook een groot deel van de juryleden wordt gerecruteerd. Dit zijn bovendien mensen die we ook elders vaak in jury's aantreffen: de opiniemakers (journalisten, bekende schrijvers) of (oud) beleidsmakers (hetzij op politiek of cultureel gebied).
Kortom de cultuurpauzen van Nederland over wier aanvraag, boek of programma men zich het volgende jaar weer in een ander gremium moet buigen. Men beoordeelt dus vooral elkaar.

Slot


Als gevolg van deze tunnelvisie ontstaat er vanzelf een overheersend beeld van het belang van bepaalde episoden uit de Nederlandse geschiedenis, in plaats van als jury een onafhankelijke mening te geven over het boekenaanbod m.b.t. de hele vaderlandse geschiedenis. De geschiedenis van ons land en de geschiedschrijving is zoveel diverser dan het inmiddels bijna programmatische karakter van de Libris Geschiedenis Prijs. Hopelijk zijn de verrassingen volgend jaar dan ook niet uit de lucht, ter weerlegging van mijn ongelijk.


Gerelateerde blogs:
De moraal van de Gouden Eeuw
Het land van Vermeer
Kasteel Amerongen en zijn bewoners: dood of springlevend?
Museale identiteit of hoe de term 'Historisch' langzaam verdwijnt (en waarom)


woensdag 25 september 2013

Wanneer is een vals paspoort echt? Of een authentiek document vals?

Afgelopen weekend werd bekend dat de Belgische koninklijke familie al heel lang op valse paspoorten reist. Inmiddels is er een intern onderzoek gestart door de minister van Buitenlandse Zaken, die zegt van niks te weten.

Onthulling


Oud-minister van Buitenlandse Zaken Marc Eyskens gaf dit desgevraagd toe in het VTM-programma Royalty. 'Het gaat om officiële documenten, uitgereikt door het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar met valse namen.' De valse paspoorten moesten het de leden van de koninklijke familie makkelijker maken om discreet en veilig te reizen.

Privacy


Koning Filip zou soms de naam Philippe Dermulle hebben gebruikt uit veiligheidsoverwegingen en voor de discretie. De Belgische koningen passen de truc al langer toe, volgens royaltywatcher Thierry Debels:

"De koninklijke familie gebruikt heel veel schuilnamen: we hebben Paelinck - de verwijzing is eenvoudig, Paelinck was de leraar Nederlands van de jonge Boudewijn. Le Grand verwijzend naar het feit dat Albert een grote jongen was, Lamiroy was de naam van Boudewijn, vriend van de koning misschien, vaak zit er knipogen in van de familie."

Authenticiteit?


Eyskens nuanceerde nadien de zaak enigszins.

"Het ministerie van Buitenlandse Zaken levert nooit valse paspoorten af. Wat wel gebeurt in uitzonderlijke omstandigheden is het tijdelijk toekennen van een incognito paspoort ten einde de privacy van de betrokken persoon te beschermen. Maar dit heeft niets te maken met vervalsingen. Het authentieke paspoort blijft bestaan als enig geldig document."

Vervalsingen?


Volgens de oud-minister gaat het dus niet om vervalsingen of nagemaakte documenten, zoals VTM beweert, maar eerder om het 'verborgen houden' van de identiteit. Het was meestal een intieme medewerker (of een kabinetschef of grootmaarschalk) van de koning die zich daarmee bezighield', aldus Eyskens.

'Dat zijn uiteraard geen echte paspoorten, dat is een soort vervalsing objectief gezien maar het is natuurlijk ook een beetje infantiel.'

Eyskens heeft het woord 'vervalsingen', zoals zondag oorspronkelijk gebezigd, dan ook inmiddels ingetrokken.

Valse paspoorten fabricage te Parijs, 1939. Bron: Geheugen van Nederland.

Dubbele paspoorten?


Om de kwestie nog ingewikkelder te maken: volgens persbureau Belga werden er dubbele paspoorten gemaakt en er zijn 'andere' nagemaakte documenten in het spel.
Een 'dubbel paspoort' betekent over het algemeen toch iets anders, namelijk twee paspoorten oftewel een dubbele nationaliteit. Daar is ook in Nederland, mede namens de PVV, herhaaldelijk gedoe over geweest. Sinds 2012 moet een buitenlander die een Nederlands paspoort wil zijn tweede nationaliteit daarom opgeven.

Buitenlandse Zaken


De 'valse paspoorten' worden verstrekt door het ministerie van Buitenlandse Zaken maar die wilden dit in eerste instantie niet bevestigen. 'Op de paspoorten die wij uitreiken wordt de naam vermeld die ons door de officiële instanties wordt doorgegeven', aldus een woordvoerder. Let wel: dus niet per se de officiële persoonsnaam.

Bedrog?


BuZa heeft desondanks de praktijk inmiddels bevestigd en nadere tekst en uitleg gegeven.

"Het zijn geen valse paspoorten, maar authentieke paspoorten, waarin een schuilnaam wordt gebruikt".

Buitenlandse Zaken hamert erop dat de paspoorten met schuilnamen enkel bedoeld zijn om de "privacy en veiligheid" van de koninklijke familie te waarborgen. De bewuste paspoorten worden ook enkel gebruikt voor privéreizen, niet voor officiële reizen.
Volgens Buitenlandse Zaken is er dan ook geen sprake van "bedrog". De dienst zegt ook dat het voor elk gebruik van een paspoort met een schuilnaam over "een gedetailleerd en gedocumenteerd dossier" beschikt.

Praktijk verleden tijd?


De praktijk zou vooral uit het verleden stammen en al meer dan 100 jaar worden toegepast. Eyskens opperde dat de hele kwestie van beveiliging van leden van de koninklijke familie inmiddels sterk geëvolueerd is en het gebruik van valse paspoorten daardoor - waarschijnlijk - verleden tijd is.
Het idee als zouden zij 'paspoorten op bestelling' krijgen vindt hij dan ook niet correct: ook destijds werd er karig mee omgesprongen. Het Belgisch paleis kan ondertussen niet zeggen of er ook nu nog paspoorten met schuilnamen gemaakt worden.

Schuilnaam Oranjes


Een en ander roept onmiddellijk de vraag op: hoe zit dat eigenlijk met de Oranjes? Dat zij schuilnamen gebruiken, zoals W.A. van Buren voor Willem-Alexander, is al langer bekend. De achternaam Van Buren (afkomstig van de titel graaf van Buren) is bij gelegenheid overigens door meerdere leden van de koninklijke familie gebruikt.
Of deze - of een andere alias - ook op tweede (of dubbele) paspoorten voorkomt, is vooralsnog onbekend.

Dubbele nationaliteit


Koningin Beatrix zou op grond van een wet uit 1705 omtrent erfrecht de Britse nationaliteit kunnen hebben. Maar het bestaan van een dubbel paspoort werd in 2009 namens de regering voor haar ontkend.
Koningin Máxima heeft wel een dubbele nationaliteit aangezien zij de Argentijnse niet kan opgeven, ook al gingen daarvoor wel stemmen op in 2007. In 2013 vond bijna de helft van de Nederlanders dat zij voor de kroning de Argentijse nationaliteit diende op te geven.
Zowel prins Bernhard als prins Claus werden destijds genaturaliseerd, ruim voordat zij als prins-gemaal op de troon belandden.

dinsdag 24 september 2013

Grootste archiveringsschandaal Zuid-Afrikaanse politie ooit (?)

De beelden van vorig jaar augustus zijn nog redelijk vers: het neerschieten van stakende mijnwerkers te Marikana. Het was het ergste politiegeweld in Zuid-Afrika sinds 1960 en het einde van de apartheid (1990). Er vielen in totaal 44 doden. Mede daarom bracht het een grote schok teweeg in Zuid-Afrika.

Onderzoekscommissie


De door president Jacob Zuma ingestelde onderzoekscommissie heeft eind vorige week haar werkzaamheden opgeschort nadat gebleken is dat de politie het onderzoek op allerlei manieren heeft tegengewerkt.
Dit bleek tijdens de ondervraging van luitenant-kolonel Duncan Scott. Op eerdere beschuldigingen van het achterhouden van bewijsmateriaal, stelde deze vervolgens zijn harde schijven ter beschikking om zijn eigen hachje te redden en niet de kop van jut te worden.

Harde schijf


De toegang tot de computer met tot nog toe onbekende documenten bleek een ware goudmijn. Diens harde schijven bevatten namelijk alle stukken m.b.t. het politieonderzoek: duizenden pagina's aan documenten. Hieruit is alvast gebleken dat politie documenten vervalste, stukken achterhield en valse verklaringen afgaf zegt de commissie in een tussentijdse verklaring:

First, we have obtained documents which the SAPS previously said were not in existence. Second, we have obtained documents which in our opinion ought to have been previously disclosed by the SAPS, but were not so disclosed. Third, we have obtained documents which give the impression that they are contemporaneous documents, but which appear in fact to have been constructed after the events to which they refer, in some instances at the time of the nine-day Potchefstroom meeting at which members of the SAPS prepared the case which they were to present to this Commission. Fourth, we have obtained documents which in our opinion demonstrate that the SAPS version of the events at Marikana, as described in the SAPS presentation to this Commission and in the evidence of SAPS witnesses at this Commission, is in material respects not the truth.

Nieuw bewijsmateriaal


Op de computer stond o.a. een video daterend van 18 augustus waarin de troepen werden gefeliciteerd met het welslagen van de operatie. Het bestaan van deze video was tot nog toe ontkend.
Een bijeenkomst van de politie in Petchefstroom gedurende negen dagen ter voorbereiding op de commissie bleek vooral te gaan over de vraag hoe de commissie in haar werk te kunnen dwarsbomen inclusief het fabriceren van bewijsmateriaal.
Naast onderzoeking van het nieuwe bewijsmateriaal, wil de onderzoekscommissie tevens weten of er nog meer informatie is achtergehouden door de politie. De waarheidsvinding omtrent de gebeurtenissen lijkt nu een stuk dichterbij gekomen.



Reeds verschenen in deze reeks:
Grootste archiveringsschandaal Amerikaanse politie (ooit)?
Grootste archiveringsschandaal in het Vaticaan (ooit)?
Grootste archiveringsschandaal in Amerika (ooit)?
Grootste archiveringsschandaal in Nederland (ooit)?


Gerelateerde blogs:
Het Hillsborough trauma: de politie is uw beste vriend!? (2).
De politie is uw beste vriend!?

maandag 23 september 2013

Gelezen: Caroline Elkins, Imperial Reckoning

Caroline Elkins, Imperial Reckoning. The untold story of Britain's Gulag in Kenya [New York 2005]; 475 blz; isbn 0-8050-8001-5

Dit is het waargebeurde verhaal hoe de Britse regering probeerde de bewijzen voor een grote koloniale opstand uit de archieven te verwijderen en zo de geschiedenis te herschrijven.

Mau Mau


Tussen 1952 en 1960 vond in Kenia de zogeheten Mau Mau opstand plaats. De lokale bevolking, bestaande uit Kikuyu's, zwoer een geheimzinnige eed met als doel om de blanken van hun land te weren. Zij kwamen in opstand omdat er steeds meer land van hen werd afgenomen. Daarmee werden zij in hun bestaan bedreigd.
De Mau Mau was in feite een guerillabeweging. Door brute moorden onder de 'white settlers' creëerde men veel onrust in het land. Dit wakkerde een enorme toename van racisme aan. De Mau Mau en hun methoden werden ook consequent als 'evil' omschreven, bij wijze van propaganda.

Rehabilitatie


Al snel werd de noodtoestand uitgeroepen (en nooit meer opgeheven). Tijdens deze zogeheten 'Emergency' werd echter geen 'martial law' verklaard. Dit laatste was cruciaal: zodoende konden de veiligheidstroepen, ondersteund door lokale hulptroepen, hun gang gaan zonder acht te hoeven slaan op internationale verdragen. Het gevolg hiervan was onder meer opsluiting zonder strafproces, dwangarbeid, mishandeling, marteling, verkrachting, castratie, standrechtelijke executie etc.
Tegenover de duidelijke 'local elimationist tendency' (p. 51) werd officieel een politiek van rehabilitatie afgekondigd om de opstandelingen te bestrijden. De bedoeling was om via ondervraging meelopers en volgers van leiders te onderscheiden. Het zogeheten 'screenen' van verdachten bestond daarentegen grotendeels uit brute mishandeling in detentiekampen. Dit beleid bleek aldus een rookgordijn bedoeld om critici om de tuin te leiden.

Kampen


Aanvankelijk werden de Kikuyu massaal naar hun reservaten gedeporteerd, daarmee het landprobleem verder verergerend. Eind april 1954 werd ook de hoofdstad Nairobi zoveel mogelijk van Mau Mau gezuiverd. De oorspronkelijke detentiekampen stroomden vol en voldeden niet langer: er werd dan ook een nieuw systeem bedacht ter doorstroming.


Elkins noemt dit stelsel de 'Pipeline', eind 1955 voltooid, bestaande uit zo'n honderd kampen verspreid over het land met verschillende functies. Aldus ontstond er een uitgebreid stelsel van concentratiekampen in deze Britse kolonie waarin bijna anderhalf miljoen mensen zijn opgesloten. Het vermoedelijke slachtoffertal ligt op enige honderdduizenden personen. Dit is daarmee instant de zwartste bladzijde geworden uit de Britse koloniale geschiedenis, die zich anders zo graag voor laat staan op haar beschavingsmissie overzee.

Oral history


Elkins heeft haar bekroonde boek (Pullitzer prijs 2006) grotendeels op basis van oral history moeten schrijven. Dit komt omdat de Britse overheid de koloniale archieven op dit punt zoveel mogelijk heeft gezuiverd; ze spreekt dan ook herhaaldelijk van 'archival purging'. De enige documenten die zij vond betroffen vaak kopieën van stukken aan andere departementen.
Gevangenen wisten wel herhaaldelijk brieven te smokkelen uit de kampen die op hun beurt ook hun weg vonden naar Londen. Onder meer de Britse Labour-politica Barbara Castle ('Red Barbara') bepleitte hun zaak. Onderzoeken werden ingesteld naar enkele specifieke incidenten, maar de resultaten vakkundig door de minister onder het tapijt geveegd. De totale omvang van het kampstelsel en de moorden bleef daarmee in die jaren verborgen voor de buitenwacht.

Vernietigingsbeleid

Het boek is al met al vanwege de vele geweldpleging die erin voorkomt niet het meest plezierige om te lezen. Ook achteraf is het desondanks een baanbrekend werk gebleken.
In welke mate de archieven zijn gezuiverd, is pas goed duidelijk geworden in 2012 (ruim na voltooiing dus van haar boek). Een officieel onderzoek door professor Tony Badger stelde toen vast dat gevoelige documenten in opdracht ter plekke werden vernietigd, opdat deze niet in verkeerde handen zouden vallen na de onafhankelijkheid.
Tussen 1958-1963 is er ca. 3.500 ton aan materiaal verbrand. Nog recenter is vast komen te staan dat er zelfs hele archieven in zee zijn gedumpt in kratten (deze 'begraving' lijkt mij dan typisch een voorbeeld van levend archief, maar dat terzijde).


Wat overbleef aan archieven werd mee teruggenomen naar Groot-Brittannië en vervolgens weggestopt in een geheim archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken te Hanslope Park. Daar hadden ze allang aan het publieke domein moeten worden prijsgegeven. Tot 2011 werd zelfs het bestaan ervan ontkend.
Naast bewuste vernietiging van archieven dus tevens officiële geheimhouding, en dit allemaal om koloniale misdaden te verbergen. De alsnog vrijgegeven archieven omvatten in totaal 200 meter aan materiaal met gegevens over dekolonisatie in 36 voormalige koloniën.

Compensatie


Een en ander is alsnog aan het licht gekomen omdat vier Kenianen (voormalige gedetineerden) door een rechter werd toegestaan in 2011 een rechtszaak te beginnen tegen de Britse overheid wegens compensatie: Mutua and others versus The Foreign and Commonwealth Office. Dit nadat de Britse overheid gedurende drie jaar de bekende technische vertragingstactieken had opgevoerd (niet ontvankelijk verklaring, verjaring van feiten etc.).
Na de onafhankelijkheid in 1963 bleven de Mau Mau in Kenia onder het mom van verzoening verboden tot 2003. Sindsdien is hun casus bepleit door Human Rights Watch Kenya en een eigen veteranenorganisatie.


De rechtszaak, waar Elkins' boek aan de basis van ligt (inmiddels is zij professor te Harvard), hebben zij in zoverre gewonnen, dat uiteindelijk een schikking is getroffen. Op 6 juni 2013 beleed minister van Buitenlandse Zaken William Hague zijn excuses in het parlement en er is een schadefonds van 20 miljoen pond opgezet, met uitkeringen van drieduizend pond (3.500 euro) per individu (voor een geschatte 5.200 personen).

Nederland


De paralellen met de Nederlandse dekolonisatie dringen zich al gauw op. Hoewel de excessen hier eerder aan het licht kwamen, met de Excessennota in 1969, is het laatste woord hierover nog immer niet gezegd. Recent zijn er publicaties geweest in de NRC over onbekende executies en in de Trouw over toenmalige kennisname van de misdaden door hoge Nederlandse politieke figuren.
Ook is bepaald dat alle Indische weduwen van mannen die tussen 1945 en 1949 zijn geëxecuteerd voor compensatie à 20.000 euro in aanmerking komen, nadat dit in 2011 voor het eerst was gebeurd in het geval Rawagedeh. Door de Nederlandse ambassadeur in Indonesië zijn onlangs op 12 september 2013 excuses gemaakt voor de standrechtelijke executies uit deze periode.


Gerelateerde blogs:
De koloniale erfenis in beelden, woorden of verhalen?


Eerder verschenen in deze reeks:
Gelezen: Samuel D. Kassow, Wie schrijft onze geschiedenis
Gelezen: David Priestland, De rode vlag
Gelezen: Adam Zamoyski, Rites of Peace 

donderdag 19 september 2013

Ambtelijk proza: tien gouden schrijfregels

Vóór de zomer presenteerde de Britse minister van Onderwijs tien gouden schrijfregels voor zijn ambtenaren. Met het zomerreces nu officieel ten einde, hoog tijd voor ook een Nederlandse equivalent.

Summary
It is about time the Netherlands follow in the footsteps of the Secretary of State for Education Michael Gove and give their civil servants some official guidance to improve their general standard of letterwriting.


Communicatie of informatie?


De afdelingen Communicatie of Voorlichting figureren tegenwoordig prominent bij de overheid. Het begrijpelijker maken van overheidsbeleid blijft desondanks een voortdurende worsteling. Het lijkt er soms eerder op dat men bang is voor het verschaffen van een te veel aan informatie. Dit onder het motto: dat hoeft de burger toch allemaal niet te weten. Woorden kunnen dan veel verhullen.
Maar wollig (of verhullend) taalgebruik draagt tegelijk al langere tijd mede bij aan de groeiende kloof tussen politiek c.q. de ambtenaar en burger. En dan heb ik het nog niet eens over propaganda of desinformatie die vaak leidt tot nodeloze verwarring.
Bijna overal klinkt dan ook de roep om betere communicatie terwijl de burger juist steeds vaker klaagt over een gebrek aan informatie. Dit is een van de paradoxen van het digitale tijdperk.

Beleidsstukken


De overheid communiceert in het algemeen via beleidsstukken. Reconstructie van beleid is tevens het uitgangspunt voor de bewaring van die talloze, grotendeels onleesbare stukken (als archivaris en historicus spreek ik hier uit eigen ervaring) in archieven her en der in het land.
In Nederland was er dit voorjaar bijvoorbeeld nog de ophef over de nota 'Richtsnoer Ganzendoden' van de Raad voor Dierenaangelegenheden. Er stonden evenzovele omschrijvingen in (elf in totaal) van meer of minder humane methoden om gewoon ganzen te doden. Daar waren maar liefst 26 pagina's of 1,8 MB voor nodig.

Michael Gove


Michael Gove (1967) is een voormalig journalist van The Times die Engels heeft gestudeerd te Oxford. Sinds 2010 is hij minister van Onderwijs en zoekt daarbij herhaaldelijk het publieke debat.
De minister heeft schoon genoeg van het over het algemeen onleesbare ambtenarenproza of jargon op zijn departement. Ook andere ministers deinzen soms terug voor het gebezigde taalgebruik. Een bekende regeringsadviseur, Nevile Gwynne (auteur van Gwynne's Grammar), vindt zelfs dat brieven niet vaak genoeg kunnen worden herschreven ter verbetering van de grammatica.


Tien gouden schrijfregels


Gove heeft daarom tien gouden regels bedacht. Zijn centrale uitgangspunt is dat ook je moeder de tekst moet kunnen begrijpen. Naast de richtlijnen schreef hij tevens een uitgebreidere toelichting over stijl en compositie; zo houdt hij o.a. niet van het gebruik van bullet points. Ik heb diens richtlijnen of schrijfregels onderstaand vertaald naar de Nederlandse situatie:

  1. Houd het kort: bij twijfel, schrappen.
  2. Lees de tekst eerst hardop voor: klinkt het niet, verstuur het dan ook niet.
  3. In brieven voegen bijvoeglijke naamwoorden weinig toe en bijwoorden nog minder.
  4. Hoe meer de tekst klinkt als een politiek statement, hoe slechter de brief als zodanig is.
  5. Zou je moeder ook dat woord, die uitdrukking of zin begrijpen?
  6. Neem een voorbeeld aan goede schrijvers uit de literatuur als Gerard Reve of Arnon Grunberg, ter verbetering van je eigen proza.
  7. Gebruik altijd concrete woorden en zinnen in plaats van algemene abstracties.
  8. Gebruik praktische stijlboeken (of gidsen) van kranten zoals de Volkskrant, de NRC of De Standaard (Ludo Permentier en Ludo van den Eynden, Stijlboek).
  9. Gebruik taaladviesboeken, zoals het Witte Boekje, Lynne Truss & Wim Daniëls, Eten, vuren en beuken. Keiharde regels voor interpunctie (Amsterdam 2004) of de klassieker Charivarius, Is dat goed Nederlands?
  10. Ons geschreven woord moet helder, elegant en plezierig zijn om te lezen: wees dus trots op je werk omdat je de beste ambtenaar bent.

Kwaliteit


Deze - of soortgelijke - regels (ik draag ze hier slechts ter discussie aan) zouden voortaan standaard aan elke ambtenaar bij indiensttreding op handig zakformaat moeten worden uitgereikt ter verhoging van de algehele norm.
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, als drager van ons cultuurgoed, dient daarom het voortouw te nemen tot een landelijke opschoning van het ambtelijk proza. Ook in Nederland mogen ministers best wel eens wat meer het maatschappelijke debat opzoeken en staan voor kwaliteit en excellentie i.p.v. de productie van kwantiteit en middelmaat.


dinsdag 17 september 2013

Tradities Prinsjesdag: het koffertje

Er was zowaar tijd voor enige historie vandaag tijdens de presentatie door minister Dijsselbloem van de begroting van de rijksoverheid voor 2014. Zo vertelde hij aan het einde dat de presentatie d.m.v. het koffertje dateert van 1946.

Het koffertje


De traditie van het koffertje is in Nederland begonnen door minister Piet Lieftinck. Deze wilde de eerste naoorlogse begroting in stijl aanbieden aan de Tweede Kamer. Daarbij werd qua presentatie gekeken naar de Britse traditie: hier gebeurde het presenteren van de begroting al jaren d.m.v. een rood koffertje. Minister Lieftinck zou daarom in 1946 hebben gezegd: ,,Ik ga een traditie in het leven roepen."

Eerste exemplaar


Het oorspronkelijke koffertje, dat overigens meer weg heeft van een valies, is in 1946 aangeschaft en heeft tot 1963 dienst gedaan.
Het zogeheten koffertje van Lieftinck is chocoladebruin van kleur, draagt als opschrift 'Derde Dinsdag in September' en is gemaakt van vulcan-fiber. De koffer werd voor een paar gulden gekocht bij leerhandel Van de Broek op de Laan van Meerdervoort in Den Haag. Op het eenvoudige koffertje werden vervolgens letters van goud papier geplakt.

Minister P. Lieftinck met het koffertje in 1946.

Het koffertje heeft als enige doel het transport van de Miljoenennota naar de Ridderzaal, voor de latere presentatie in de Tweede Kamer. Als zodanig is het de enige bagage die daar mee naar binnen mag.

Minister Hofstra


In 1957 brak minister van Financiën H.J. Hofstra met deze, inmiddels zogenaamde 'traditie'. De minister nam de rijksbegroting toen in zijn gewone aktetas mee naar de Tweede Kamer.
Mogelijk was dit een reflectie van de ernstige financieel-economische situatie van het land. Later werd gezegd dat hij er simpelweg geen zin in had gehad om het koffertje mee te slepen.

'Nu moet worden gezegd dat het koffertje van Lieftinck geen mooi koffertje was en dat het er nogal goedkoop uitzag. Het gerucht wil dan ook, dat de heer Hofstra er niet veel voor voelde met een namaak-koffertje over straat te moeten, maar dat hij het ter wille van de bestedingsbeperking ook niet over zijn hart heeft kunnen verkrijgen, een exemplaar van echt leer aan te laten schaffen. Zijn oude tas deed het nog best - en zij gaf aan deze begroting van de bestedingsbeperking nog een extra steuntje mee!

Grap


Enkele weken later meldde een Haags dagblad (die het bericht had overgenomen uit 'Contact', gemeenteblad van Kerk en Wereld) dat het koffertje zou zijn verkocht voor een zacht prijsje vanwege de lege schatkist aan een dominee. Die zou er 20 bijbels in vervoeren voor zijn catechisatielessen. Dit bleek om een goede grap te gaan.

Studenten


Een groep studenten uit Amsterdam van het dispuutgezelschap ,,Beets" vond dit niet kunnen en bood daarom een nieuw koffertje aan onder het motto ,,Traditie, Excellentie".
Op donderdagmorgen 17 oktober 1957 meldden zij zich bij het Ministerie van Financiën, keurig in slipjas en hoge hoed, en werden door de minister in zijn werkkamer ontvangen. Het koffertje werd dankbaar in ontvangst genomen. Dat (tweede) exemplaar is verdwenen. Boze tongen beweerden later dat dit studentenkoffertje door Hofstra zou zijn meegenomen bij zijn overstap naar scheepswerf Verolme.
Een jaar later nam de minister daarom het gewone koffertje maar weer mee.

Nieuw exemplaar


In 1964 deed de Staatsdrukkerij en Uitgeverij een nieuw koffertje cadeau t.g.v. haar 150-jarig bestaan. Men vond dat het huidige koffertje 'voor zo'n belangrijk staatsstuk niet waardig en stijlvol genoeg' was. Dat afgedankte exemplaar verdween naar het Belastingmuseum (waar het helaas niet op de website figureert).
Het nieuwe koffertje werd qua model een soort attachékoffer van degelijk kalfsperkament, versierd met 's lands wapen en de letters ,,Derde dinsdag in september". Van binnen is het perkament gevoerd met blauw (Nassau-blauw, om precies te zijn) satijn.
De aanbieding vond plaats op maandag 14 september voor gebruik door minister Witteveen de volgende dag nadat het koffertje enkele dagen eerder aan de koningin was getoond.



Miljoenennota: digitale tijdperk

Het koffertje bevat in essentie de Miljoenennota en een stapel verschillende stukken van de rijksbegroting. Deze worden, feestelijk voorzien van een oranje lint, via de bode aan de Kamervoorzitter aangeboden. De hele rijksbegroting past overigens al decennia als zodanig niet meer in het koffertje.
Minister Zalm (altijd in voor een grap) toverde in 1999 een kleiner koffertje uit de Derde-Dinsdagkoffer tevoorschijn met daarin een cd-rom met de hele rijksbegroting er op.



In 2012 presenteerde minister De Jager de Miljoenennota voor het eerst op een Tablet/iPad, met daarop een speciale Prinsjesdag-app waarin de Prinsjesdagstukken zijn opgenomen. Dit zou als een soort symbool moeten gelden voor de komende besparingen: het zou 10.000 kilo papieren drukwerk schelen.



De stukken zijn tegenwoordig à la minute beschikbaar via de Rijksfinanciën app en op rijksoverheid.nl als duidelijk voorbeeld van de digitale overheid. Minister Dijsselbloem presenteerde daarom in 2013 het originele papieren exemplaar bij wijze van collector's item.

Erfgoed: tradities Prinsjesdag


De aanbieding van de Miljoenennota en bijbehorende begrotingsstukken per koffertje behoort inmiddels tot de tradities van Prinsjesdag, samen met de Koninklijke rijtoer per Gouden Koets, de Troonrede in de Ridderzaal - naast meer recent de hoedjesparade en het voortijdig 'lekken' van de Miljoenennota.
Het eerste koffertje van Lieftinck was een toonbeeld van (naoorlogse) Nederlandse vlijt en zuinigheid. Permanente tentoonstelling in het Rijksmuseum zou daarom wellicht niet misstaan of in ieder geval een prominentere plaats in het huidige.

Bronnen

De Tijd 15-09-1949
Leeuwarder Courant 18-09-1957; 05-09-1964
Friese koerier 18-09-1957; 18-10-1957
Het vrije volk 08-10-1957; 17-09-1987
Limburgsch dagblad 05-09-1964

.

donderdag 12 september 2013

Grootste archiveringsschandaal Amerikaanse politie (ooit)?


In Detroit en andere grote steden van de Verenigde Staten ligt bij de archieven van de politie een kleine tijdbom te tikken: tienduizenden ononderzochte verkrachtingszaken.

Kym Worthy


Kym Worthy is de officier van justitie voor Wade County, de grootste gemeente van Detroit. Ze maakte o.a. naam bij de vervolging in 2008 van de burgemeester van Detroit wegens corruptie.

'Pakhuis vol bewijsmateriaal'

In 2009 deed een van haar assistenten een opmerkelijke vondst.

"I was sitting in my office one day when assistant prosecutor Rob Spader came in and told me he had been doing an inventory of Detroit police department evidence," she explains during a rare break in her schedule. "There was this warehouse of old evidence that none of us knew about. And that's where he found the rape kits."

 

Verkrachtingszaken


Het gaat hier om zogeheten 'rape kits' gebruikt bij verkrachtingszaken. Deze forensische kits i.v.m. verkrachtingsonderzoek worden gebruikt voor het vergaren van (medisch) bewijsmateriaal of DNA.

Spader had stumbled across approximately 11,000 of these kits lying in random order, uncatalogued, unattended and uninvestigated.

 

Onderzoek


De commissaris van politie toonde weinig interesse. Pas nadat een locale journalist het nieuws oppikte, was het hek van de dam. In zes tot negen maanden tijd werd vervolgens door vrijwilligers een database gebouwd. Het gaat in totaal om 11.304 zaken.

There was no previous nexus to go on, so we started from scratch. We had volunteers going over these kits for hours each day (without opening the evidence itself), using any identifiable information about the assault to build a database. We combed through years of records to try to match the kits with any police records there may have been. And at times we were literally blowing off the dust of old books that they used to keep back in the day to record the cases."

Ondertussen kreeg Worthy landelijke subsidie van 1 miljoen dollar om het werk voort te zetten.

 Elders


Het probleem is niet beperkt tot Detroit alleen (bekijk een overzicht). Er zijn inmiddels berichten uit onder meer Memphis, Cleveland en delen van Texas van soortgelijke achterstanden. In Chicago zouden nog zaken liggen uit de jaren zeventig van de 20e eeuw. Er zou in totaal een achterstand zijn van honderdduizenden 'rape kits'.
Hoofdprobleem vormen de kosten. Het kost $1.500 dollar om de kit te testen (daar komen nog eventuele meerkosten bij indien nader onderzoek nodig is) en het testen is niet wettelijk verplicht. Worthy houdt het mede op een meer algemene mentale houding bij de politie inzake vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld.

Donaties


Op 1 september is de subsidie afgelopen. Verdere verwerking van de achterstanden zal dan afhangen van particuliere donaties. Daarvoor is inmiddels een organisatie in het leven geroepen: endthebacklog.org.
 

Reeds verschenen in deze reeks:
Grootste archiveringsschandaal in het Vaticaan (ooit)?
Grootste archiveringsschandaal in Amerika (ooit)?
Grootste archiveringsschandaal in Nederland (ooit)?


Gerelateerde blogs:
Het lichaam als archief (2): DNA
Het Hillsborough trauma: de politie is uw beste vriend!? (2).
De politie is uw beste vriend!?