Zoeken in deze blog

Translate

maandag 29 oktober 2012

Geen fusie Koninklijke Bibliotheek en Nationaal Archief

De eerder aangekondigde fusie tussen NA en KB is 'bevroren', zo werd begin vorige week bekend via een artikel in het blad Informatieprofessional. Afgelopen vrijdag kwam de staatssecretaris met zijn tekst en uitleg in een brief aan de Kamer.


Summary
The merger of the National Library and the National Archives in the Netherlands has been postponed indefinitely. Worldwide, libraries and archives have been hit hard by the economic crisis over the past few years. Although both cultural institutions face the same challenge of digitization, in the Netherlands too few financial benefits proved to be the real stumbling block.

Voorland Canada


Het idee van een fusie tussen een nationale bibliotheek en een (rijks)archief was naar buitenlands voorbeeld ingegeven. In Canada, waar het LAC operationeel is sinds 2004 (zie de The Library and Archives of Canada Act d.d. 18 februari 2004), waren de beweegredenen voor een samensmelting ingegeven door 'scale and efficiency' plus het vervagen van de grenzen wanneer het om informatie gaat.
In Canada klaagde men tussentijds binnen de beroepsgroepen steen en been over de complete overname van alle werkprocessen door managers. Inmiddels is ook het terugblikken al begonnen (bekijk een webcast van Julienne Molineaux). In Nieuw Zeeland (2010) en Ierland werden in 2008 vergelijkbare plannen aangekondigd. Met name in Ierland is het verzet groot, deels om historische redenen.

Historische kaalslag

In Ierland werd als belangrijkste reden voor de fusie ronduit bezuinigingen opgegeven. Voor alle duidelijkheid: de fusie in Canada heeft in de eerste plaats geld gekost. Zelfs ondanks de beoogde fusie, werd het budget van de nationale bibliotheek te Ierland sinds 2008 verminderd met veertig procent.
En, evenals in de Verenigde Staten, zijn er in de loop van 2012 enorme bezuinigingen aangekondigd in Canada. Gevolg: verdwijning van liefst eenderde van de werkzame archivarissen, maar bijvoorbeeld ook sluiting van het interbibliothecair leenverkeer. Aldus dreigt er een wereldwijde historische kaalslag, tot in India aan toe waar een van de oudste bibliotheken wordt bedreigd.


Kamerbrief


Het ambtelijk proza ter toelichting betreft ditmaal een kort en bondig A4-tje, oftewel slechts negen zinnen van redelijke nietszeggendheid. In sommige kringen werd de bevriezing overigens met gejuich begroet, blijkens een tweet van onder meer een voormalig algemeen rijksarchivaris. Met name in de beroepsgroep van archivarissen heerst(e) scepsis over de fusieplannen; vanuit de bibliotheeksector in Nederland werd vooralsnog weinig vernomen. Er is overigens tevens een uitgesproken voorstander van de KNAB.

Financiën


Volgens staatssecretaris Zijlstra zijn 'beoogde opbrengsten ... onvoldoende aangetoond', zo heet het in neutrale bewoordingen in de brief. De fusie is volgens mijn bronnen in principe afgeblazen door de Koninklijke Bibliotheek.
Dat is op zich ook begrijpelijk aangezien zij de grotere van de twee partijen is. Namens de sector Bedrijfsvoering is daar een nader rapport opgesteld over de voor-en nadelen van de fusie met als gevolg een negatief advies richting de fusieregisseur. Met andere woorden: de synergie levert eenvoudigweg te weinig op.
Het feit dat men sinds jaar en dag feitelijk al hetzelfde gebouwencomplex deelt aan de Prins Willem-Alexanderhof draagt hier ook verder toe bij. De recent in gang gezette verbouwing van de studiezaal van het Nationaal Archief - al jaren in de maak - was voor de goede verstaander een ander signaal dat men daar niet langer wilde wachten op de eventuele voordelen van 'shared services'.

Organisatie


Een bijkomend probleem vormt daarbij de verschillende organisatiestructuur: de Koninklijke Bibliotheek als ZBO en het Nationaal Archief als agentschap van de overheid. Eén groep van medewerkers zou, binnen een eventuele fusie, een veer moeten laten bijvoorbeeld in rechtspositie. De bedoeling was in dat opzicht om het NA te laten verzelfstandigen.
Bij de fusie van een aantal wetenschappelijke instituten binnen de humaniora van NWO (onder de paraplu van KNAW) geldt overigens een soortgelijke problematiek, maar dat heeft een fusie niet tegengehouden. Waar een wil is, is dus een weg: kortom, de echte wil ontbreekt bij nader inzien eveneens.

Informatiehuishouding

Waarom dan de eerdere wens of noodzaak tot een fusie, behalve als ordinaire bezuinigingsoperatie van hogerhand opgelegd in het kader van de zogeheten 'compacte rijksdienst'?
De voordelen van een fusie werden vooral gezocht 'bij het realiseren van de ambities ten aanzien van de digitalisering van informatie en de informatiehuishouding van het Rijk.' Met name omtrent het laatste punt lijkt de KB eveneens zijn bekomst te hebben.
Het is van overheidswege de bedoeling dat archieven steeds sneller beschikbaar komen. In feite zijn er toekomstig geen te bewerken archieven meer maar nog slechts gedeelde digitale informatie. Het beheer van deze digitale archieven - in feite inzage in actuele informatie - is uiteraard iets geheel anders dan het uitlenen van boeken of het beschikbaar stellen van archieven.

Waarborgen


Die documentaire informatiestroom vergt enorme waarborgen, zeker indien belegd binnen één organisatie die van alles en nog wat tegelijkertijd beschikbaar stelt aan een groot scala van gebruikers. Vergissingen liggen dan al gauw op de loer: in plaats van een lopende digitale jaargang van een of ander tijdschrift als de Economisch-Statistische Berichten, zou je dan wellicht zo maar (geheime) stukken behorend tot de begroting gepresenteerd kunnen krijgen op je beeldscherm.
Bedacht moet ook worden dat deze overgang naar digitaal werken zelfs voor het Rijk in feite nog een zich ontwikkelend proces is met voltooiing voorzien voor 2015. Hoewel de KB wel eigen collecties in beheer heeft, vergde dit toch het andere uiterste (inclusief het opnieuw beleggen binnen het bestel van taken als inspectie en toezicht) - nog afgezien van de twee benodigde wetswijzigingen.

Alles is papier?


De gedachtegang dat, omdat het allemaal papier is, boeken en archieven net zo goed over één kam kunnen worden geschoren blijkt bij nader inzien dus iets te kort door de bocht gedacht. Toch zou je kunnen zeggen dat de fusie mogelijk een kans van slagen had gehad bij meer bestuurlijke doortastendheid en wanneer het (toekomstig) recordsbeheer in een andere organisatie zou zijn belegd. De combine van erfgoed en recordsbeheer is ook op gemeenteniveau tenslotte nog lang geen uitgemaakte zaak: Rotterdam beschouwt zichzelf op dit punt vooral graag als voorloper.

Verkenning


Blijft over dat beide partijen een gedeelde 'toekomstige digitaliseringopgave' hebben lopen. Vandaar dat er dan ook naar 'andere potentiële oplossingen en samenwerkingsvormen' zal worden gekeken. Hiertoe zal een verkenning van circa zes maanden worden gestart.
Beide partijen werken natuurlijk al veel langer samen op het gebied van bijvoorbeeld conservatie van papier en het maken van tentoonstellingen: sinds 2003 in de Verdieping van Nederland (hoe lang overigens nog, aangezien het NA met een eigen expositieruimte komt?).



Het heeft er daarmee alle schijn van dat de fusie definitief is afgeblazen en de 'bevriezing' slechts als tussenstadium dient om nu bij gelegenheid alsnog de Kamer te informeren. Dit laatste was tenslotte al beloofd vóór de zomer van 2012, een klein half jaar geleden dus.


Gerelateerde blogs:
Nationaal Archief en Koninklijke Bibliotheek fuseren


dinsdag 23 oktober 2012

De 25 rijksten uit de geschiedenis ooit

Afgelopen week werd een lijst van de 25 rijkste mensen ooit gepubliceerd door het Amerikaanse Celebrity Net Worth. De V.S. zijn zonder twijfel het land van de lijstjes en statistieken (speciaal ook op sportgebied).

Summary
The American website Celebrity Net Worth has recently published a list of the 25 richest people in world history. As with the compilation of any such list, criticism is easy to give. Here I try to look more into certain underlying historical trends but also suggesting some apparently forgotten names.

250 rijksten

Enige jaren geleden was ik een van de bewerkers van de lijst van De 250 rijksten van de Gouden Eeuw. De Oranjes stonden in die tijd, niet geheel onverwachts, op nummer 1 met 25 miljoen gulden. Dit project was overigens een afgeleide van de Quote 500 en verscheen ook als bijlage van dat blad (en won overigens de prijs voor beste magazinebijlage van 2006). De lijst met de 500 rijkste inwoners van Nederland is jaarlijks verschenen sinds 2004.



Inflatie


Over het nut van dergelijke berekeningen valt altijd enigszins te twijfelen, evenals de gebruikte methodieken. Voor de Gouden Eeuw bleek bij nader inzien bijvoorbeeld een ondergrens van 100.000 gulden niet hanteerbaar: de mensen waren toen dus rijker dan wij aanvankelijk dachten.
Belangrijk bij de samenstelling van een dergelijke lijst is altijd om rekening te houden met inflatie: meer dan tweeduizend procent (!) alleen al in de voorbije eeuw, mede dankzij de geldpersen van de Federal Reserve Bank. Met name voor oud geld is dit problematisch aangezien zij hun bezittingen daardoor vaak in waarde zien dalen.

Dominantie Verenigde Staten


Maar liefst 14 van de 25 mannen - en ja, het zijn allemaal mannen - komen uit de Verenigde Staten. Amerika laat zich als grootmacht van de afgelopen twee eeuwen duidelijk gelden. Vermoedelijk heeft Celebrity Net Worth de lijst daarom ook op dit getal afgerond om de Amerikaanse dominantie verder te onderstrepen.
Drie van de 25 zijn nog in leven (Bill Gates, Carlos Slim en Warren Buffett); de rijkste van deze drie is Bill Gates. Een vierde overleed vrij recent: kolonel Gaddafi. Merkwaardig is dat volgens het zakenblad Forbes in maart 2012 juist de Mexicaan Slim de rijkste man ter aarde is, en dus niet Bill Gates.
Dit verschil wordt waarschijnlijk verklaard doordat Celebrity Net Worth de vermogens op hun (toenmalig) hoogtepunt heeft berekend of vastgezet. Tevens bestaat er klaarblijkelijk een verschil tussen iemands persoonlijk vermogen en dat van het bedrijf: zo is Henry Ford zelf slechts goed voor 54 miljard dollar, maar samen met zijn bedrijf op het hoogtepunt van zijn macht bijna het viervoudige.
Over lijstjes kan, zo veel is ook hier weer duidelijk, altijd gediscussieerd worden. De krant The Guardian voorzag de lijst daarom tevens van enige historische context.

'Robber barons'


Een flink aantal personen op de lijst zijn bekende namen: de zogeheten 'robber barons' of roofkapitalisten (huidige term); grootindustriëlen uit de 19e eeuw die het monopolie hadden op de ontwikkeling van industrieën als staal, spoorwegen en bankieren. Vanwege hun onaantastbare maatschappelijke status werden zij tevens als de nieuwe aristocratie gezien.
Afwezig zijn vooralsnog de nieuwe rijken uit Azië en de oligarchen uit Rusland, die in de jaren negentig van de vorige eeuw hun kans sloegen bij de privatisering van enkele grote industrieën. Let wel: om op de lijst te komen waren enkele tientallen miljarden dollars niet voldoende dus het gaat hier echt alleen om de superrijken op aarde.

Mansa Musa


De verrassende nummer 1 van de lijst is de vrijwel onbekende Mansa Musa: heerser van het koninkrijk Mali in de 14e eeuw (van 1280 tot 1337 om precies te zijn). Dit koninkrijk omvatte zowel het huidige Mali als Ghana, met als hoofdstad het legendarische Timbuktu met zijn vele moskeëen en waar ook een van de eerste universiteiten werd gesticht. In West-Afrika waren qua natuurlijke rijkdom goud en zout in overvloed aanwezig.

Op deze 14e eeuwse kaart houdt Mansa Musa een klomp goud omhoog voor een naderende handelaar.
Behalve dat de tot nog toe onbekende Musa op nr. 1 staat, wijkt deze lijst qua volgorde ook enigszins af van een reeds bestaande lijst van de tien rijksten ooit. Daar staan bijvoorbeeld nog de Romeinse generaal Marcus Licinius Crassus, die onder andere Hannibal versloeg, en de Byzantijnse keizer Basil II (958-1025) in de top 10: allebei met ca. 170 miljard dollar. Op de nieuwe lijst komen zij daarentegen in het geheel niet voor.

Robert Clive


Dat geldt evenmin voor Robert Clive (1725-1774), die in de 18e eeuw als de rijkste Engelsman - en daarmee de rijkste mens ter aarde - werd beschouwd vanwege zijn territoriale veroveringen in India. De term van 'rijkste man op aarde' geldt voor velen die voorkomen op de lijst; in zoverre klopt de perceptie van tijdgenoten dus vaak wel.
Van de Mogul vorst Mir Jafar kreeg Clive een vermogen aan contant geld en land geschonken, dat hij deels herbelegde in diamanten die hij vervolgens naar Engeland verscheepte voor verkoop. Clive versloeg daarnaast zowel de Fransen als de Nederlanders in Bengalen en bracht zo bv. de VOC een zware slag toe die deze handelscompagnie niet meer te boven kwam.

Clive en Mir Jafar na de beslissende slag bij Plassey (1757): National Portrait Gallery

Door het Britse parlement werd bij terugkeer uit India in 1772 een onderzoek ingesteld naar de regeringspraktijken in India. In korte tijd werd Clive een van de meest gehate personen van het land, maar hij werd een jaar later vrijgesproken van fraude. In 1774 pleegde hij desondanks zelfmoord.

Landbezit


In vroeger tijden, toen er nog geen grote industrieën waren, stond rijkdom vrijwel synoniem met grootgrondbezit. Op die manier kwamen met name Engelse edelen in de Middeleeuwen (en later de aristocratie) aan hun rijkdom.
In Groot-Brittannië, met bijvoorbeeld zijn eigen jaarlijkse Times Rich List, lijkt men licht teleurgesteld dat er geen levende Britten tot de lijst zijn doorgedrongen - zoals de familie Windsor. Met enige regelmaat wordt koningin Elizabeth II van Groot-Brittannië als de rijkste vrouw op aarde aangeduid. Gelukkig staan de Rothschilds, als rijkste familie, in elk geval nog op de tweede plaats.
Het doorgeven van rijkdom van generatie op generatie blijkt aldus bepaald geen sinecure; de lijst bestaat dan ook in de eerste plaats uit individuen.

Van Rensselaer


Gelukkig bevat de lijst ook een klein Nederlands tintje, al moeten we daarvoor oorspronkelijk wel terug naar de 17e eeuw (hoe kan het ook bijna anders). Van Nederlandse afstamming zijn natuurlijk de Van Rensselaers, die in de 17e eeuw naar Nieuw-Nederland trokken. Zij ontbreken opvallend genoeg in de lijst van 250 rijksten uit de Gouden Eeuw. Ook de Vanderbilt's hebben overigens Hollandse voorouders.
Stamvader Kilian van Rensselaer (ca. 1586-1643) werd waarschijnlijk in Hasselt te Overijssel geboren. Hij werd te Amterdam opgeleid als juwelier en zou later diamanthandelaar worden. Bij de oprichting in 1621 was hij een van de hoofdparticipanten van de WIC.
Zijn zonen Jean Baptist (1629-1678) en Jeremias (1632-1674) trokken later naar Nieuw-Nederland. De familie zou als patroon van Rensselaerswijck, gesticht in 1630, mede bepalend worden voor de Amerikaanse koloniale geschiedenis. Dit gebied, met als kern het huidige grondgebied van de staat New York (Albany), was een soort heerlijkheid die tot 1839 in familiebezit bleef.

Het grondgebied van Rensselaerswijck op een kaart uit 1776.

De lijst


1. Mansa Musa I, (heerser van Mali, 1280-1331) $400 miljard

2. Rothschild Family (bankiers, 1740- ) $350 miljard

3. John D Rockefeller (industrieel [Standard Oil], 1839-1937) $340 miljard

4. Andrew Carnegie (industrieel [staal] en filantroop, 1835-1919) $310 miljard

5. Tsaar Nicolaas II (laatste keizer van Rusland, 1868-1918) $300 miljard

6. Osman Ali Khan, Asaf Jah VII (laatste heerser van Hyderabad, 1886-1967) $236 miljard

7. Willem de Veroveraar (koning van Engeland, 1028-1087) $229.5 miljard

8. Muammar Gaddafi (voormalig leider van Libië, 1942-2011) $200 miljard

9. Henry Ford (stichter van de Ford Motor Company, 1863-1947) $199 miljard

10. Cornelius Vanderbilt (industrieel [spoorwegen], 1794-1877) $185 miljard

11. Alan Rufus (metgezel van Willem de Veroveraar, 1040-1093) $178.65 miljard

12. Bill Gates (stichter van Microsoft en filantroop, 1955- ) $136 miljard

13. William de Warenne, 1e graaf van Surrey (Normandisch edelman, ??-1088) $146.13 miljard

14. John Jacob Astor (zakenman, 1864-1912) $121 miljard

15. Richard Fitzalan, 10e graaf van Arundel (Engelse ridder, 1306-1376) $118.6 miljard

16. John of Gaunt (zoon van koning Edward III, 1330-1399) $110 miljard

17. Stephen Girard (scheepsmagnaat en bankier, 1750-1831) $105 miljard

18. Alexander Turney Stewart (ondernemer, 1803-1876) $90 miljard

19. Henry, 1e hertog van Lancaster (Engels edelman, 1310-1361) $85.1 miljard

20. Friedrich Weyerhaeuser (houtmagnaat, 1834-1914) $80 miljard

21. Jay Gould (spoorwegtycoon, 1836-1892) $71 miljard

22. Carlos Slim (zakenman [Telmex], filantroop, 1940- ) $68 miljard

23. Stephen Van Rensselaer (landeigenaar, 1764- 1839) $68 miljard

24. Marshall Field (stichter Marshall Field & Company; warenhuisketen, 1834-1906) $66 miljard

25. Sam Walton (stichter Walmart; supermarktketen, 1918-1992) $65 miljard

26. Warren Buffett (zakenman, investeerder [Berkshire Hathaway], filantroop 1930- ) $64 miljard


donderdag 18 oktober 2012

De politieke neutraliteit van prins Charles

De Engelse krant The Guardian heeft tevergeefs geprobeerd brieven van prins Charles uit 2004-5 geopenbaard te krijgen. De Britse kroonprins is uit hoofde van zijn functie als kroonprins vooralsnog politiek immuun verklaard.

Summary

The strenuous efforts of the Guardian newspaper to release confidential letters by Prince Charles written to several ministers, although earlier upheld by the Information Tribunal, has been blocked by the Attorney-General. He believes this would damage the "political neutrality" of The Prince of Wales and potentially hamper his role as future king. 

Kroonprinsenleed



De term kroonprinsenleed wordt in Nederland over het algemeen gereserveerd voor de (mislukte) opvolging als leider binnen de fracties van politieke partijen. Machtswisselingen in de politiek gaan vaak gepaard met het vastklampen aan de macht door zittende leiders, die maar geen afscheid willen of kunnen nemen. Ed van Thijn schreef er in 2008 een boek over.



Het echte leed van kroonprinsen zit hem vooral in het lange wachten. Dat geldt in het bijzonder voor de Britse kroonprins Charles.

'Till death do us part'


Charles, inmiddels al weer 64, is de directe troonopvolger in het geval van het overlijden van koningin Elizabeth II. Zijn moeder is inmiddels koningin sinds het jaar 1952; een eeuwigheid dus. Een imposante lijst op wikipedia leert overigens dat zij daarmee nog niet eens de top-50 aller tijden haalt! Wel staat zij voorlopig op plaats twee van nog levende monarchen.
In Groot-Brittannië heerst de absolute traditie dat de monarch door blijft gaan tot de dood er op volgt. Nog mooier in dat opzicht is het verhaal (feit) dat het overlijden van koning George VI in 1936 met een injectie ietwat werd versneld om de eerste ochtendeditie van The Times te halen i.p.v. in de avondpers!

Populariteit


De populariteit van Charles heeft pieken en dalen gekend. Al vaker is gesuggereerd dat Charles direct plaats dient te maken voor zijn oudste zoon, de veel populairdere prins William, maar dat zou onconstitutioneel zijn.
Met name in de jaren negentig ging de kroonprins door een moeilijke fase mede vanwege de overweldigende aandacht in de media voor zijn vrouw.
Sinds zijn tweede huwelijk in 2005 is de algemene opinie dat hij evenwichtiger is geworden. Critici beweren desondanks dat een van de redenen voor het lange aanblijven van diens moeder zijn eigen ongeschiktheid is.

Interesses


De prins heeft enkele 'pet projects', dat wil zeggen dat hij op sommige terreinen als het milieu, tuinieren en architectuur er sterke opinies op nahoudt. Biologisch en duurzaam zijn onder meer enkele van zijn steekwoorden. Veel van zijn ideëen probeert hij ook in de praktijk te brengen in het graafschap Cornwall, dat deels zijn eigendom is. In sommige kringen wordt hij daarom ook wel de radicale prins genoemd.



De prins is tevens een sociaal innemend en gevoelig mens met onder meer zijn succesvolle The Prince's Trust (1976) ter aanmoediging van de jeugd: op jaarbasis worden tienduizenden van hen financieel ondersteund bv. met een opleiding.

'Meddling prince'


De krant The Guardian probeert al jaren inzage te krijgen in een reeks van 27 brieven geschreven aan zeven verschillende ministeries (Handel, Volksgezondheid, Onderwijs, Milieu, Cultuur, Noord-Ierland en het kabinet van de premier) gedurende een periode van zeven maanden in 2004-5.
Volgens deze krant zijn er steeds meer aanwijzingen dat de prins achter de schermen invloed op het regeringsbeleid probeert uit te oefenen: hij schrijft ongevraagd memo's, nodigt ministers thuis uit, schakelt zijn netwerk in om bouwplannen te laten wijzigen of wordt zelf geconsulteerd bij infrastructurele projecten van de regering.
Een van de ministers, Tessa Jowell (Cultuur), heeft inmiddels toegegevn uitgebreide contacten met de prins te hebben gehad. Ook in zijn memoires wijdt Tony Blair over de (landbouw)interesses van de prins en zijn verzet tegen het jachtverbod.

Freedom of Information Act

Het Koninklijk Huis in Groot-Brittannië is in principe vrijgesteld van de openbaarheidsregeling zoals die geldt sinds 2001: die geldt namelijk alleen voor de overheid. Daarmee doet zich een vergelijkbare discussie voor als in Nederland enkele jaren geleden omtrent een beroep op de openbaarheid van bestuur door de historicus Lambert Gielen m.b.t. de koninklijke familie: zijn zij overheid of zijn zij particulier?
Volgens de Information Commissioner vielen de brieven van Charles onder de huidige regeling. Sinds 2010 is het openbaarheidsregiem rondom het Brits Koninklijk Huis overigens nog strakker geworden. Tot die tijd gold er een zogeheten 'public interest' test, waardoor eventuele uitzonderingen konden worden gemaakt; nu geldt een absoluut verbod.
Dit betekent dat informatie inzake de betrekkingen tussen de overheid en het Britse Koninklijk Huis in principe 20 jaar geheim blijft of tot vijf jaar na de dood van de betrokken persoon.

Upper Tribunal


Maar het Upper Tribunal, waar beroep tegen beslissingen inzake de FoI kan worden aangetekend, vond desondanks dat de brieven toch moesten worden geopenbaard. Het deed dat in een vonnis van 67 pagina's, waar hier de hoofdlijn van volgt.

"Those who seek to influence government policy must understand that the public has a legitimate interest in knowing what they have been doing and what government has been doing in response, and thus being in a position to hold government to account. That public interest is, in our view, a very strong one, and in relation to the activities of charities established or supported by Prince Charles it is particularly strong."
"...none of the Departments' contentions persuades us that, in the absence of special circumstances, as regards advocacy correspondence it is appropriate to give correspondence between ministers and Prince Charles greater protection from disclosure than would be afforded to correspondence with others who have dealings with government in a context where those others are seeking to advance the work of charities or to promote views."
"...They lead us to conclude that in general terms the balance is likely to be not only clearly but also strongly, and sometimes very strongly, in favour of disclosure."

'Political neutrality'


De 'attorney-general' (de hoogste juridisch adviseur van de regering) Dominic Grieve heeft openbaring nu alsnog geblokkeerd - voor de eerste keer dat zij tegen een besluit van het tribunaal ingaat - en daarbij het volgende commentaar gegeven:

"Much of the correspondence does indeed reflect the Prince of Wales's most deeply held personal views and beliefs. The letters in this case are in many cases particularly frank.
"They also contain remarks about public affairs which would in my view, if revealed, have had a material effect upon the willingness of the government to engage in correspondence with the Prince of Wales, and would potentially have undermined his position of political neutrality."
"In summary, my decision is based on my view that the correspondence was undertaken as part of the Prince of Wales's preparation for becoming king. The Prince of Wales engaged in this correspondence with ministers with the expectation that it would be confidential. Disclosure of the correspondence could damage the Prince of Wales's ability to perform his duties when he becomes king.
"It is a matter of the highest importance within our constitutional framework that the monarch is a politically neutral figure able to engage in confidence with the government of the day, whatever its political colour."

In zijn rol als kroonprins moet Charles dus de vrijheid hebben om zich privaat te kunnen uiten. Openbaring van de brieven schaadt hem daarnaast in zijn rol van toekomstige koning. Beroep is mogelijk bij de High Court.

Antwoorden?


Interessant is natuurlijk ook de vervolgvraag of en hoe de ministers/ministeries antwoordden. Op deze wijze zou bijvoorbeeld de inhoud van Charles' brieven op zijn minst deels kunnen worden herleid. En in dat geval geldt tevens een ander openbaarheidsregiem namelijk die m.b.t. de overheid. Dan naderen we mogelijk ook het terrein van de blauwe brieven: wel of geen gebruik van ministerieel briefpapier etc.
Het tribunaal vond overigens tevens (punt 247) dat het verzoek om openbaring breder kon worden opgevat: leidraad dient de inhoud van de brieven te zijn, en minder de vorm. Ook een brief verzonden namens de prins (door zijn secretaris) valt hier dus onder.

Koninklijke lobbyisten


The Guardian zelf vermoedt dat in de briefwisseling de prins vooral lobbywerk verricht. Zijn jongere broer Andrew was van 2001 tot 2011 officieel 'United Kingdom's Special Representative for International Trade and Investment' namens de overheid. In die hoedanigheid kwam hij steeds vaker in opspraak door dubieuze persoonlijke contacten en corruptie en werd diens rol daarom ook beëindigd.
Koninklijke hoogwaardigheidsbekleders worden vaak als ideale personen gezien door het bedrijfsleven om deuren in het buitenland geopend te krijgen. De politiek volgt hen daarin blindelings, ondanks dat de geschiedenis onderhand wel beter heeft geleerd. Vanaf 1949 werd prins Bernhard op vergelijkbare wijze door de Nederlandse regering ingezet, met alle gevolgen vandien.
Nu is Charles in dat opzicht als persoon wel integer maar hoe ver reikt zijn invloed inmiddels buiten zijn constitutionele positie om? Hoe langer Charles kroonprins is, hoe meer hij probeert een eigen politieke agenda na te streven zo lijkt het.

Nawoord d.d. 9 juli 2013


Drie raadsheren van de Britse Hoge Raad hebben vandaag het verbod op publicatie van de brieven van prins Charles bevestigd. Daarmee is een zeldzaam veto van het kabinet, weliswaar 'a constitutional aberration' volgens de lord chief justice, verder bekrachtigd.

Een brief uit 2000 van de Lord Chancellor (Lord Irivine) met commentaren van prins Charles.
De brieven worden ook wel 'black spider memos' genoemd vanwege het zeer onregelmatige (tot bijna onleesbare) handschrift van de Britse kroonprins.

Uitsnede bovenstaande brief.

vrijdag 12 oktober 2012

Requiem voor een studiezaal: (1979)1992-2012

Vandaag opent en sluit de studiezaal van het Nationaal Archief - de grootste van het land - voor het laatst haar deuren. Zonder deze leeszaal zou de Nederlande geschiedschrijving er beslist anders hebben uitgezien. Daarom voor deze speciale gelegenheid mijn persoonlijke herinneringen ten afscheid: de studiezaal als plaats van herinnering dus.

Summary

The reading room of the National Archives (1979-2012) has closed its doors. A temporary structure is in place unitl it finally reopens in about one year from now. In this blog, I share some of my personal experiences of this reading room in order to show that accessibility to archival collections has come a long way since the early 1990s.

Bezoeker


Mijn eerste bezoek zal vermoedelijk in 1992 zijn geweest in het kader van werkcolleges die ik volgde wegens mijn studie geschiedenis. Het was een goede traditie bij de Rijksuniversiteit Leiden van docenten om de studenten mee te nemen voor een 'hands on' bezoek: bronnen bestuderen; dat was pas geschiedenis! In mijn geval ging de interesse vooral uit naar de maritieme geschiedenis: eerst de VOC, en vervolgens de marine.
Ik mag wel zeggen dat ik er sindsdien kind aan huis ben geweest: scriptieonderzoek, promotieonderzoek, masterscriptieonderzoek en van alles tussendoor. Mocht het NA ooit een bezoekers-top 100 overwegen, dan hoop ik die toch ruimschoots (top-50?) te hebben gehaald. Plus niet te vergeten jarenlang de andere kant als medewerker: de kerstontbijten, nieuwjaarstoespraken en andere evenementen in de studiezaal op gesloten (maan)dagen, waar de bezoekers nooit enige weet van hebben gehad.

Publieks(on)vriendelijk


Bij binnenkomst stond links om de hoek een informatiebalie met louter vrouwelijke medewerkers. Voor hen stonden 2 (of 3?) kasten gepositioneerd met inventarissen, per afdeling geordend. Dit scheidde de mannen van de jongens: serieus onderzoek werd natuurlijk alleen gedaan in de Eerste Afdeling (tot 1795): moderne geschiedenis was voor watjes. De kaartenafdeling had een geheel eigen domein: een prachtig uitgeruste, aparte studiezaal. De voorzieningen zouden op dat terrein nadien alleen maar worden teruggeschroefd.
De ietwat norse dames van de informatiebalie waren niet bepaald publieksvriendelijk: dat thema stond destijds (ook elders in het land) nog niet hoog aangeschreven. Hun houding nodigde dan ook niet bepaald uit tot vragen stellen; je leerde je weg door de archieven meestal via meer ervaren onderzoekers.

(On)toegankelijk


De inventarissen - zeker die van de Eerste Afdeling - hingen over het algemeen van ellende aan elkaar: met tape werd de ergste schade nog enigszins binnen de perken gehouden. Binnenin de boekdelen was het soms een wirwar van doorhalingen en handgeschreven aanvullingen; dat beloofde alvast niet veel goeds voor de latere aanvraag.
Rechts van de ingang stond op een verhoogd podium een aparte kubus gereserveerd voor het hoofd van de studiezaal. Deze situatie vind je overigens in sommige landen nog steeds terug (bv. België en Italië). Hier, achter donkerbruin glas (wat het allemaal nog geheimzinniger maakte), mocht zelfs worden gerookt! In deze afgescheiden ruimte leek een stille chaos te heersen: overal op de grond en op het bureau lagen stapels papier. Het hoofd heerste voor de gemiddelde bezoeker over een onduidelijk en in elk geval onbereikbaar koninkrijk.

Aanvraagbriefjes


Eenmaal binnen op de studiezaal, ging je ergens naar vrije keuze zitten. Zelf verkoos ik vaak het verhoogde plateau aan de rechterkant, waar relatief de minste mensen zaten. Onbewust gaf ik, behalve aan rust, tevens de voorkeur aan daglicht i.p.v. kunstlicht. De plek waar je ging zitten was mede significant i.v.m. je aanvraagnummer: aan de rand van de tafel waren ronde plaatjes met nummers gemonteerd (ik vermoed in getal van 1 tot en met 150?).
De aanvraagprocedure geschiedde uiteraard nog handmatig: er moesten dus gewoon briefjes worden ingevuld. Dit gebeurt nu nog alleen bij hoge uitzondering als de computersystemen het tijdelijk begeven. Aan het eind van de studiezaal moest men linksaf een versmalling in waar de uitgiftebalie was. Dit was eigenlijk meer een soort doorgeefluik.
Hier konden ook de briefjes worden ingeleverd, volgens mij in een soort passend bakje, en de stukken na verloop van tijd worden afgehaald. In mijn herinnering mocht je je eigen stukken weghalen van een stapel (die werden dus niet apart aangereikt, zoals nu het geval is) en riep je vervolgens je nummer opdat het betreffende lampje uitkon, dat anders maar bleef flikkeren. Soms vergat men dit te doen en moest je er alsnog om vragen (of je zette er gewoon een doos voor indien het je stoorde).

Pas later begreep ik dat deze briefjes in een koker verdwenen en per buizenpost naar elders in het gebouw werden getransporteerd (ooit een revolutionair transportsysteem, dat menige administratie heeft gehad). Van het bestaan van depots en dergelijke had ik als bezoeker geen flauw benul. Na verloop van tijd - zelden langer dan de toegezegde half uur en meestal korter - ging er een lampje op de tafel branden of flikkeren en kon het feest der onderzoek beginnen.
Voor wie geen originele stukken kon raadplegen, waren er nog de microfiches en microfilms. Hiervoor was een apart deel van de studiezaal rechts achterin ingericht. Helemaal achterin waren zelfs enkele afgesloten cabines (naar ik vermoed mede voor audiovisueel materiaal?). De bediening van de microfilms was, technisch gezien, een helse operatie: films verkeerd om op de spoel, aflopende films, een lamme arm van het draaien of de ongemakkelijke houding en het lawaai van het doorspoelen. Nee, dan toch liever originele stukken.

Tijd voor verandering(en): 21e eeuw


Zo herinner ik mij althans de oorspronkelijke studiezaal van het Algemeen Rijksarchief aan de Prins Willem-Alexanderhof; de situatie op het Blijenburg (het walhalla, volgens sommigen) heb ik nooit meegemaakt. Het mag voor zich spreken dat sinds mijn eerste, voorzichtige schreden in 1992 ondertussen bijna alles is veranderd.

Sinds 2002 was er natuurlijk de niet-onbesproken officiële naamswijziging in Nationaal Archief (desondanks is het nog altijd de algemene rijksarchivaris en bijvoorbeeld niet landsarchivaris), vooral merkbaar aan de oranje huisstijl. De zwarte, ongemakkelijke stoelen verdwenen gelukkig en maakten plaats voor blauwe, wat luxere varianten. Het toenemend gebruik van laptops door de onderzoekers leidde tot nieuwe technische voorzieningen: de lampjes op tafel verdwenen bijvoorbeeld in ruil voor stopcontacten (eerst nog onder de tafel). Tegelijkertijd kwam er een centraal elektronisch informatiebord (ook in de foyer) met o.a. projectie van de diverse aanvraagnummers. Eind jaren negentig (?) verdwenen de aanvraagbriefjes ten gunste van terminals met de introductie van ABS Archeion. De aanvraagterminals zelf verhuisden overigens nog diverse malen van plek.

Midden in de studiezaal kwam er een loopbrug ter betere verbinding tussen het voor-en achterdeel (zelfbediening) van de studiezaal: in de wandelgangen ook wel de brug van Ketelaar genoemd. De uitgiftebalie werd verplaatst naar midden centraal achterin, evenals de informatiebalie. De inschrijfbalie werd op zijn beurt losgeweekt van de informatiebalie en verdween richting de foyer. De kubus van het hoofd studiezaal verdween eveneens en maakte later plaats voor een hoekje geografie met kaartentafel. Wel kwam er in dit deel op het laatst nog een nieuwe ruimte bij: een afgesloten wit demo-of digitaal oefenhok voor de medewerkers.
Tussentijds kwamen er ontzettend veel archieven bij (en dus ook inventarissen) die uiteindelijk een hele nieuwe wand - de langste boekenkast van Nederland? - links achterin de studiezaal bestreken. Als oorspronkelijke scheidingswand tussen de studiezaal en het verhoogde plateau was er altijd al een langwerpige boekenkast met daarin, hoe kan het ook anders, de groene delen van de Rijks Geschiedkundige Publicatiën.

Beveiliging


Het aantal aanvragen per bezoeker ging terug van vijf naar drie (d.w.z. ter inzage op tafel) plus er kwam een nieuw bezoekersreglement. Een en ander had iets met diefstal te maken, al werd daar erg geheimzinnig over gedaan. Jarenlang stonden er tevens draaihekken bij de ingang die nooit operationeel zijn geworden. Later kwam er ook echte beveiliging c.q. beveiligers die je spullen checkte bij toetreding en verlating van de studiezaal: dit voelde aanvankelijk als een affront. En als laatste persoonlijke belediging in dat opzicht: de pen werd verbannen ten gunste van het potlood.
Ook nieuw was dat bezoekers, na enig intern gesoebat (het tij viel zogezegd niet meer te keren vanwege de handhaving) zelf mochten gaan fotograferen op de studiezaal, waar zelfs aparte voorzieningen voor kwamen. Er kwam tevens een ander aanvraagregime met gereserveerde tafels voor beperkt openbare stukken m.b.t. de Tweede Wereldoorlog speciaal inzake het CABR: aanvankelijk op het plateau ter rechterzijde, later tegenover de inventarissen links achterin.

(Nieuwe) Historische werkplaats

Wellicht de belangrijkste verandering werd ondertussen in stilte achter de schermen door een groot team van medewerkers voorbereid: het online zetten van alle, ruim zesduizend inventarissen namens DTNA gedurende de periode <"2005-2010">. Dit zou de eerste aanzet vormen voor de digitale dienstverlening zoals die sinds vorig jaar steeds nadrukkelijker wordt gepresenteerd via gahetna.nl.
En dan nu de voorlopige sluiting van de studiezaal. Tijdelijk zal gedurende circa een jaar een alternatieve studiezaal operationeel zijn met beperkte(re) ruimte, service en openingstijden. En wat dan?

De nieuwe historische werkplaats wordt publieksvriendelijk, overzichtelijk en eigentijds. Bezoekers krijgen op verschillende manieren toegang tot de collectie. De bezoeker kan zelf onderzoek doen in de vernieuwde studiezaal, leerlingen kunnen een bezoek brengen aan het learning centre of aan de nieuwe expositieruimte.

De eigenlijke studiezaal wordt verplaatst naar de huidige genealogenhoek (of microfilmgedeelte) van de studiezaal: helemaal rechts achterin dus. Er komt ruimte voor honderdvijftig bezoekers.
De bezoekers c.q. onderzoekers - een steeds wezenlijker verschil in Nederland archiefland dunkt mij mede gelet op het bovenstaande citaat - is in ieder geval vantevoren niets gevraagd omtrent hun wensen over de toekomstige inrichting van de studiezaal. Dit wordt dus hoofdzakelijk een interpretatie van hogerhand onder de noemer erfgoed.


Met dank aan alle medewerkers!!


Gerelateerde blogs:
Gaan de studiezalen van Nederlandse archieven dicht?


N.B. Deze blog zal later vandaag nog worden aangevuld met vele foto's in situ.

zondag 7 oktober 2012

Rijksarchivaris Google?

Begin deze week berichtte de NRC (d.d. 1 oktober) in een hoofdredactioneel commentaar, met als kop 'Goede oude harde schijf', over de mondiale ambities van Google (plus Apple en Microsoft). De eerste zin luidt: 'Google wil de rijksarchivaris van de hele wereld worden.'

Summary
In a recent editorial, the Dutch newspaper NRC Handelsblad called the American corporation Google 'archivist of the world'. It mainly warns of the dangers of cloud computing with an increase in cyber criminality. Yet sharing information through computers, has massively changed the way archival collections are made accessible: there is no turning back.

Cloudcomputing


De hoofdredactie deed dat mede aan de hand van een stuk (voorpagina) in de krant van zaterdag 29 september over de gevolgen van onbeveiligde systemen. Daarin wordt vooral gewezen op de gevaren van centrale en onveilige opslag in de cloud en de hoofdredactie bepleit daarom voor veilige privé-opslag thuis. 'De veiligheid in de cloud heeft dus [wegens onveilige toegang] talloze repercussies, zelfs strafrechtelijke consequenties.'
Elders in het hoofdredactioneel stuk is sprake van 'de digitale archivarissen bij Google, Apple en Microsoft' die alles toegankelijk willen maken. En vervolgens weer over 'de mondiale archivarissen bij de ict-concerns' bij wie 'functionaliteit' voorop staat.

'Undulus asperatus', de eerste nieuwe wolkensoort ontdekt in meer dan 50 jaar
en voorwerp van hevige discussie in de Cloud Appreciation Society.

Cybercriminaliteit


Het afgelopen jaar (2011/12) heeft de gevolgen van cybercriminaliteit ook in Nederland (o.a. Diginotar) steeds dichterbij gebracht. Sommige overheidsdiensten waren als gevolg hiervan enkele dagen tot een week uit de lucht, terwijl de overheid juist steeds meer inzet op elektronische dienstverlening oftewel e-overheid.
Het steeds afhankelijker worden van de overheid van computersystemen is een onweerlegbaar feit. Sinds begin 2012 is er dan ook een Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) operationeel. Eind 2011 produceerde het reeds een zogeheten 'white paper' over cloudcomputing inzake de inrichting van de overheidscloud. Digitale spionage en digitale criminaliteit worden als de twee grootste bedreigingen gezien voor Nederland: niet de mondiale ambities van Google.

Bron: website NCSC
Onderhand mag tevens verondersteld worden dat elke computergebruiker (ook archivarissen) zich bewust is van het periodiek maken van back-ups en een veilige opslag op twee verschillende plekken i.v.m. mogelijke (bedrijfs)ongelukken. En natuurlijk niet al te voor de hand liggende wachtwoorden te gebruiken.

Informatie


Google ziet in 'archieven' (lees bestanden van allerlei formaat) vooral informatie die kan worden gedeeld. Of dat nu hele bibliotheken zijn, enkelvoudige collecties, analoog of digitaal: Google wil het allemaal.
Zelf beweert het daarbij vooral de mensheid te dienen onder het motto het gemak dient de mens. En toegegeven: we maken heel veel gebruik van allerlei diensten, vooral dankzij de mobiele telefoon en tablet.
Archieven (lees archiefinstellingen) 'zaten' daarentegen tot voor kort bovenop hun informatie; van informatiedeling was weinig sprake. In dat opzicht heeft het computertijdperk (lees digitalisering) vooral veel goeds gebracht binnen de culturele sector en is er dus veel eerder sprake van een positieve dan een negatieve invloed.

Open data


Ondertussen is Google als bedrijf een monopolist geworden, net zoals eerder IBM of Microsoft dat was. Monopolisten worden op den duur, na misbruik en schandalen, altijd een halt toegeroepen d.m.v. antitrustwetgeving zo leert de geschiedenis. De Europese Unie heeft in de afgelopen jaren bijvoorbeeld al harde maatregelen genomen tegen Microsoft. Aanvankelijk exclusieve technologie moet dan alsnog worden gedeeld of geopenbaard.
Open informatiearchitectuur en open standaarden komen in principe de consument altijd ten goede, ook al weifelt de overheid op dit punt nog omdat het graag (nationale) controle wil kunnen blijven uitoefenen. Maar de trend naar meer open data lijkt niet meer terug te kunnen worden gedraaid, ook al kunnen bezuinigingen (bv. GenLias) soms nog wel roet in het eten gooien. Een en ander vraagt dus wel permanent onderhoud (en niet alleen projectmatige inzet) plus een duidelijke toegangspoort: dit i.t.t. het huidige, versplinterde aanbod.

Terminologie


Welke de mondiale rijksarchivarisambities van Google precies zijn en wat dit bedrijf dan voorheeft met het archiefwezen - anders dan centrale opslag van informatie in de cloud - wordt ondertussen in het stuk in het geheel niet duidelijk gemaakt. De recente activiteiten van de Mormonen op dit terrein vormen waarschijnlijk een veel reëelere bedreiging.
Er bestaan (bij mijn weten) daarnaast maar twee rijksarchivarissen: in Nederland en in België; wellicht dat deze term ook nog wordt gebruikt in Zweden (Riksarkivet). Voor het overige zijn er louter nationale archivarissen operationeel. En het 'rijks'archivaris-zijn in Nederland is dan nog op zijn best nominaal, d.w.z. formeel m.b.t. het koninkrijksdeel (zie hierover bijdrage Aike), en betreft minder het nationale deel.
Het archiefwezen in Nederland is, in weerwil van de term algemeen rijksarchivaris, in feite juist sterk gedecentraliseerd en volgt daarmee op enige afstand de bestuurlijke ontwikkelingen (bv. opheffing en samenvoeging gemeenten). Ook de provinciale archiefinspecteur is inmiddels opgehouden te bestaan nadat dit al eerder het geval was met de provinciaal rijksarchivaris. Toekomstige bestuurlijke ontwikkelingen (schaalvergroting) en het inter-bestuurlijk toezicht zijn in dat opzicht dus veel relevanter dan de mondiale ambities van Google.

ICA


Elders ter wereld is het archiefwezen in eerste instantie ook sterk nationaal ingericht. Tevens heeft het slechts beperkte internationale ambities: regelgeving vindt overwegend op landelijk niveau plaats, met als gevolg soms opvallende verschillen (bijvoorbeeld omtrent openbaarheid of selectie). Het ICA - International Council on Archives - probeert wel afspraken over internationale standaarden te maken.
In de afgelopen jaren is de koers wat meer richting het democratische recht op informatie opgeschoven: na de eerdere Universele Verklaring over Archieven in 2010, zijn er nu sinds kort ook The Principles of Access to Archives (zie blog Ingmar).
Grappig genoeg is de huidig algemene rijksarchivaris Martin Berendse tevens president van de ICA en dit jaar in die hoedanigheid zelfs herbenoemd tot 2014: in zoverre klopt de uitspraak van de NRC over de mondiale ambities van de (Nederlandse algemene) rijksarchivaris dus weer wel.


donderdag 4 oktober 2012

Orlando Figes vs Memorial

Historici zijn, zeker als ze tot de categorie grootverdieners behoren, soms net gewone mensen en daarom niet wars van enige schandalen. Dit geldt inmiddels zeker voor Orlando Figes (1959), zoon van de bekende feministische schrijfster Eva Figes. Figes is sinds 2000 hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Londen (Birkbeck College). Maar sindsdien achtervolgen schandalen zijn carrière.

Summary
Historian Orlando Figes' important work on the history of Russia has been overshadowed by controversy in more recent years. The way he uses his source material is increasingly being criticized by several people and organizations.

Orlando Figes


Orlando Figes brak in 2002 door met zijn culturele geschiedenis van Rusland getiteld Natasha's Dance: A Cultural History of Russia. Daarvoor had hij al in 1996 Russian Revolution: A People's Tragedy geschreven, waarmee hij zijn reputatie als historicus met literaire flair had gevestigd.
Het internationale succes van Natasha's Dance werd in 2007 gevolgd door een boek over de Stalinterreur: The Whisperers: Private Life in Stalin's Russia. Het boek ging over de diepgaande invloed op het privé-en familieleven van gewone mensen tijdens deze periode van terreur, een erfenis van geheimzinnigheid die wellicht nog altijd wordt gevoeld in hedendaags Rusland.


In 2010 volgde een boek over de Krimoorlog, vaak wel omschreven als de eerste moderne oorlog. In Crimea: The Last Crusade beschouwt Figes het conflict op de Krim daarentegen als een laatste treffen tussen het christendom en het Ottomaanse rijk. Het werk van Figes is in vele talen vertaald.

Recensies


In april 2010 brak het schandaal dat Figes - onder de alias "Historian" en "Orlando-Birkbeck" - uiterst negatieve recensies schreef van boeken van zijn academische rivalen of concurrenten onder wie dr. Rachel Polonsky, prof. Robert Service en Kate Summerscale. Dit deed hij op de website van amazon.com, waar mensen hun eigen recensies van boeken kunnen schrijven. Niet alleen dat: tevens schreef hij lovende recensies van zijn eigen werk ('I hope he writes forever').
Nu is het op zich bekend hoe mensen soms proberen bv. hun eigen lemma's in Wikipedia te veranderen. Eerst werd nog de schijn opgehouden dat zijn vrouw achter de recensies zat: professor in de rechten Stephanie Palmer. En tussentijds werden brieven verstuurd met dreigende juridische taal naar de concurrentie. Al gauw moest deze leugen ook richting zijn advocaat, die eveneens was misleid, worden rechtgezet in een brief van 23 april 2010. Onduidelijke gezondheidsproblemen zouden achter de recensies schuilen.
Literair Londen had in tijden niet meer zo'n schandaal meegemaakt, ook al was er op dit punt sprake van een zekere traditie van hatelijke recensies onder pseudoniem. Als gevolg ondernamen Polonsky en Service juridische actie en Figes moest hen later een schadeloosstelling betalen. Figes ging tevens enige tijd met ziekteverlof.

Fluisteraars is "broddelwerk"


In de zomer van 2012 kwamen twee Amerikanen, Stephen F. Cohen en Petter Redaway (beide met wetenschappelijke credenties), met de beschuldiging in het blad The Nation dat Figes' werk over de Stalinterreur (in het Nederlands verschenen als Fluisteraars) barst van de fouten.


Dit zou hen zijn gebleken na een onderzoek waarom het boek nog niet in het Russisch was vertaald. Figes had tot dan toe beweerd dat dit werd geblokkeerd door het Kremlin c.q. Poetin. Volgens de Russische uitgeverij Corpus zat het boek echter vol met fouten, reden waarom het niet kon worden gepubliceerd. Dit kon worden afgeleid aan de hand van het gebruikte bronnenmateriaal.

Samenwerking


Figes had bij de totstandkoming van dit boek nauw samengewerkt met de organisatie Memorial die in de pers wisselend wordt omschreven als een mensenrechtenorganisatie (Historisch Nieuwsblad d.d. 20-06-2012) of historische organisatie (NRC d.d. 28-09-2012).
Figes betaalde deze organisatie voor het verrichten van onderzoek voor zijn werk: 'zij vlooiden voor Figes duizenden brieven, documenten en dagboeken door.' Aan de hand hiervan hield Figes meer dan duizend interviews met betrokkenen. Als historicus plaatste hij daarmee 'oral history' op een nieuw plan.
De twee Amerikanen citeren in hun artikel in The Nation een lid van Memorial, die per brief laat weten: ‘Velen van ons beschouwen Figes als een zeer middelmatige en incompetente bronnenonderzoeker, maar een energieke en getalenteerde zakenman. In de toekomst willen wij niet dat zijn naam met Memorial in verband wordt gebracht.’
Figes zegt in een reactie dat ‘onbedoeld vergissingen in een zo dik en complex boek als Fluisteraars niet ongebruikelijk zijn’.
Dit laatste argument wordt overigens wel vaker gebruikt ter verdediging bij al te dikke en complexe boeken. In een recent interview in de NRC zegt Figes dat 'The Whisperers is een enorm veelomvattend, rommelig boek'. Daarmee lijkt hij impliciet toch wel te erkennen dat er toen e.e.a. is fout gegaan.
In een ander interview geeft hij tevens toe dat de totstandkoming van dat boek een mentale belasting voor hem betekende, wellicht mede gevoed door de materie van achterdocht en bedrog waarin hij zat ondergedompeld.

Memorial


Memorial heeft sinds de perestrojka een indrukwekkend archief opgebouwd over het stalinisme met materiaal afgestaan door tienduizenden mensen. Per regio probeert het tevens 'Books of Memory' op te zetten (inmiddels meer dan 50) waarin lijsten met namen van slachtoffers worden gepubliceerd (soms met foto), iets dat aanvankelijk (kort na de perestrojka) nog in de krant gebeurde.
Memorial streeft een zo volledig mogelijk onderzoek na naar de feiten achter de periode van politieke onderdrukking in de Sovjet Unie (1918-1956): de kampen, de begraafplaatsen etc.

Schrijf je me?


En nu ligt er dan alweer een nieuw boek van Figes in de schappen. Just send me a word is gebaseerd op een archiefvondst van Memorial; een illegale correspondentie tussen twee geliefden tussen de jaren 1946 en 1954. De liefdesbrieven noemt Figes zelf 'de grootste illegale postzak van de Goelag'. De brieven zaten in één van drie kisten die op een dag op het kantoor van Memorial arriveerden.


Het boek, in wezen een heroïsche liefdesroman, lijkt hard op weg een nieuwe bestseller te worden dat wederom geprezen wordt om zijn literaire kwaliteiten. Is Figes, kortom, een literator, historicus of gehaaide zakenman?
Ik denk dat Memorial veel tevredener was geweest als ik de interviews en brieven letterlijk had afgedrukt met academisch commentaar. Zo werken zij. Het zijn archivarissen. Maar dat zou niemand lezen. ...
Ik voel me persoonlijk verraden door Memorial. Ik heb lang met ze samengewerkt, ik heb veel geld voor ze ingezameld. Ik wil niet meer met ze werken.
Die gevoelens zijn inmiddels geheel wederzijds!


Gerelateerde blogs:
Ayaan en de historicus

N.B.
Volgens mijn eigen metadata ben ik deze blog begonnen op 13 oktober 2010 (n.a.v. de fake-recensies)

dinsdag 2 oktober 2012

Het lichaam als archief (2): DNA

Informatie over ons leven wordt tegenwoordig van steeds dichterbij gehaald: de computer en social media zijn daarvan draagbare voorbeelden. Maar het menselijk lichaam zelf blijkt wellicht nog een belangrijkere, nieuwe bron van informatie.

Summary
DNA forensics has now entered mainstream society, preventing hereditary diseases as for instance is the case in the closed community of Volendam. But its popularity rests largely on its use in the field of criminal investigation. In the Netherlands the largest such investigation has recently begun relating to the murder of Marianne Vaatstra in 1999. But it also poses the interesting question how long police records should now be kept in the light of this new type of technological evidence.

Volendam


Volendam staat bekend als een behoorlijk gesloten gemeenschap, evenals bijvoorbeeld andere vissersdorpen als Urk. Ooit werd het gesticht door zeven families. Een van hen was drager van PCH 2.
Op de (familie)ziekte, waardoor kinderen zwaar verstandelijk gehandicapt raken en jong overlijden, rustte lange tijd een taboe. De ziekte wordt ook wel Volendamse ziekte genoemd.
In 2008 werd door artsen van het AMC het defecte gen ontdekt. Als man en vrouw drager zijn is er 25 % kans op een ziek kind. In Volendam worden jaarlijks tweehonderd kinderen geboren: één of twee kinderen hebben de ziekte. Sinds afgelopen week houdt het AMC spreekuur in Volendam ter voorlichting en biedt erfelijkheidsonderzoek aan.




Marianne Vaatstra


In het moordonderzoek op Marianne Vaatstra is eind vorige week het grootste DNA-onderzoek in Nederland begonnen.
Achtduizend Friesen is gevraagd DNA-materiaal af te staan in de zoektocht naar de dader van de moord op Marianne Vaatstra in 1999. Om precies te zijn 8.080 mannen uit de gemeenten Kollumerland, Dantumaldiel en Achtkarspelen, die destijd tussen de zestien en zestig jaar waren, hebben hiertoe per brief een uitnodiging van de politie ontvangen.


De personen doen in principe vrijwillige mee: het opkomstpercentage is tot nog toe erg hoog gebleken. In een voorlichtingsfolder wordt deelname min of meer als een burgerplicht voorgesteld en zo lijken ook de meeste reacties te zijn.

DNA-verwantschapsonderzoek


Het gaat om een zogeheten DNA-verwantschapsonderzoek (wettelijk mogelijk sinds 1 april dit jaar): men is daarbij op zoek naar familieleden van de dader. Met behulp van een soortgelijk gen als dat van de - onbekende - dader kan via familiestambomen van overeenkomstige personen wellicht alsnog de dader worden achterhaald.
Deze werd aanvankelijk - en ten onrechte - gezocht in een nabijgelegen asielzoekerscentrum. Al eerder werd i.v.m. deze zaak grootschalig DNA-onderzoek gedaan.



Het DNA-materiaal wordt in viervoud verzameld en geanalyseerd door het NFI. DNA dat vrijwillig wordt verzameld, moet bij wet ook weer vernietigd worden.

Cold case


Het betreft hier een zogeheten cold case. Deze term is sinds enkele jaren snel ingeburgerd geraakt door diverse buitenlandse televisie-of misdaadseries als CSI, Without a trace en Closer.
De oude, vertrouwde politieseries of Krimis als Derrick of Der Alte, waarbij mensen vooral onder druk werden gezet door traditionele verhoormethodes of door hen op de huid te zitten, zijn ondertussen veranderd in heuse wetenschappelijke opsporingsdrama's.
Nederland loopt in dat opzicht met Baantjer en Flikken, waarin boeven nog vooral op straat worden gevangen i.p.v. in het laboratorium, internationaal gezien ver achter. Maar ook de Engelse detectives laten over het algemeen nog een gemoedelijker beeld zien van de werkzaamheden van de politie.

Bewaartermijn politiegegevens verlengen?


Aan de hand van forensisch DNA-onderzoek zijn ondertussen steeds meer politiediensten wereldwijd onderzoeken naar oude, onopgeloste moordzaken begonnen of zijn deze heropend. Behalve nieuwe mogelijkheden, schept dit echter tevens verwarring en of tegenstrijdigheden.
Cold Case Teams in Nederland hebben eerder dit jaar bepleit de bewaartermijn van politiegegevens te verlengen tot minimaal 70 jaar, mede als weerslag van de roep uit de samenleving om gerechtigheid bij moordzaken en zedendelicten ongeacht verjaringstermijnen.


sitestat


Strafpleiter Gert Jan Knoops pleit daarbij zelfs voor de oprichting van een centraal depot voor strafdossiers. De huidige wording van één nationale politiedienst lijkt dat idee alvast te bevorderen. Voor forensisch materiaal als bv. kleding en dergelijke gelden overigens nog helemaal geen (bewaar)termijnen.

Te vernietigen informatie rechtsgeldig bewijs!?


Opvallend in de korte reportage is hoe 'toevallig' bewaard materiaal (dus buiten de bewaartermijn om) door betrokken collega's die de zaak niet met rust kunnen laten of zelfs de gemeentearchivaris in kwestie wordt gepresenteerd als zijnde cruciaal voor enkele juridische doorbraken, zoals bijvoorbeeld in de zaak Ina Post.
Mijn tegenvraag daarbij is of informatie, die in principe vernietigd had moeten worden, nog wel rechtsgeldig is en als bewijsmateriaal zou mogen dienen? De wet zegt klaarblijkelijk van wel, maar is er eigenlijk niet eerder sprake van onrechtmatig verkregen bewijs? En: introduceer je hiermee in wezen niet een nieuwe vorm van rechtsongelijkheid (sterk afhankelijk van jouw welgezinde personen)?
Daarmee raken we, zeker in het geval van de gemeentearchivaris, ook ethische kwesties: deze casus dient dan ook per direct als test-case te worden toegevoegd aan de ethische gedragscode van archivarissen.



Gerelateerde blogs
Het lichaam als archief (1): orgaandonatie
What's in a name?
De politie is uw beste vriend!?
Het Hillsborough trauma: de politie is uw beste vriend!? (2)