Zoeken in deze blog

Translate

maandag 6 augustus 2012

Geschiedenis verjongt alsmaar (1): heden

De Britse regering heeft onlangs definitief besloten de overbrengingstermijn van archieven terug te brengen tot 20 jaar i.p.v. nu nog 30 jaar. De geschiedenis van het land komt daarmee zogezegd tien jaar dichterbij.

Transitie


Vanaf volgend jaar zal, gedurende een periode van tien jaar, telkens twee jaar worden overgebracht naar de diverse instanties om aldus een gefaseerde overgang mogelijk te maken. Vanaf 2023 zal men op jaarbasis achtereenvolgens de archieven van twintig jaar eerder overbrengen. De regeling wordt vooral gezien als een belangrijke stap richting democratische transparantie.

Transparantie


De Britse coalitie heeft sinds 2010 sterk ingezet op transparantie van de overheid; dit vormt, samen met open data (o.a. gegevens over de prestaties van scholen of ziekenhuizen of bv. misdaadcijfers etc.) een sleutelwoord van het regeringsbeleid.
Dit was mede een reactie op het grote schandaal in de voorgaande jaren (bekijk een timeline) rondom de vele aftrekposten van parlementariërs als bijvoorbeeld een duur vogelverblijf, waardoor het vertrouwen in de politiek en de democratie zeer was geschaad.

Het dure eendenverblijf van Sir Peter Viggers à 1.645 pond.

Review 2009


In 2009 werd een herziening (Review of the 30 Year Rule) van de bestaande Britse regelgeving (daterend van 1968) gepleegd, met als belangrijkste aanbeveling een verkorting in overbrenging naar 15 jaar. Voor digitale archieven zou een vorm van duurzame opslag moeten gelden binnen een periode van maximaal tien jaar.
Met name de introductie van het internet als informatiebron en de inwerkingtreding van de Freedom of Information Act (2005) maakte het bestaande gat met de officiële documentaire weergave van de geschiedenis van het land tot 30 jaar inmiddels onhoudbaar groot.

Memoires


Behalve grote maatschappelijke veranderingen, was er nog een andere reden voor herziening: de vele politieke memoires die door ex-ministers e.d. worden uitgebracht met hun louter 'self-serving interest'. Hier zou vervolgens de onafhankelijkheid van overheidsdocumenten tegenover dienen te staan maar wet-en regelgeving verhindert dit (openbaring) dus. Ondanks een verbod op publicatie, blijkt er in de praktijk geen effectieve manier om de regelgeving op dit punt af te dwingen.
In Nederland voelen voormalig ministers, politici of ambtenaren veel minder de noodzaak op deze wijze hun gelijk te halen. Niet alleen dat: ook hun persoonlijke archivering laat over het algemeen sterk te wensen over. Openbaar bestuurders beschouwen zich in Nederland niet langer als maatschappelijk leidinggevend, gelet ook op hun korte carrières.

Selectie


Een ander opvallend gegeven is dat van het ministerie van Buitenlandse Zaken ongeveer 50 % van het materiaal wordt bewaard, tegen slechts 5 % van de overige ministeries (dit laatste ligt in lijn met Nederlandse ministeries). Ondanks een eeuw van 'managed decline', ziet G-B zichzelf duidelijk nog altijd als internationale grootmacht.

Openbaarheid


Het kabinet kondigde hierop in 2010, bij wijze van compromis, een overbrengingstermijn van 20 jaar aan. Hoewel er bezwaar bestond tegen het (vervroegd) vrijgeven van bepaalde regeringsstukken, vond men het principe van openbaarheid toch belangrijker. Freedom of Information ('openbaar, tenzij') geldt sinds het jaar 2005 als een belangrijk principe voor de overheid. Stukken m.b.t. belangrijke leden van het koninklijk huis vallen noch onder de regelgeving, noch zijn zij opvraagbaar via een FoI.
Of de overheid er ook daadwerkelijk beter door is gaan functioneren is overigens nog maar zeer de vraag, zo blijkt in G-B volgens een rapport van het ministerie van Justitie.

Openbaarheidsdag


Openbaarheidsdag was in G-B een al langer bestaande traditie. Hierbij worden aan het einde van het jaar 'the choicest items' inzake voormalige geheime regeringsstukken van 30 jaar geleden aan de media ter beschikking gesteld. Hierdoor valt er op 1 januari steevast in het nieuws iets interessants te vertellen over het eigen, recente verleden.
Het Nationaal Archief volgt vanaf 2010 dit voorbeeld met een eigen openbaarheidsdag of eigenlijk beter openbaarheidsdinsdag, want het evenement wordt daar gekoppeld aan de eerste dinsdag van het nieuwe jaar dat het archief geopend is.
In G-B is men inmiddels al weer een stap verder en worden vele 'releases' tussentijds c.q. maandelijks gedaan, afhankelijk van wanneer archieven worden overgebracht en of gereed zijn. Men wacht dus niet langer een vol jaar, behalve dan voor de zogeheten 'cabinet papers'.

Nederland


In Nederland geldt deze verkorte overbrengingstermijn van 20 jaar al langer: sinds de Archiefwet van 1995. Maar door enorme achterstanden in de verwerking c.q. overbrenging van de (overheids)archieven - honderden kilometers - zijn feitelijk gezien nog maar weinig archieven van na 1975 ook daadwerkelijk raadpleegbaar op de studiezalen. Vrijwel geen enkel ministeriearchief is bijvoorbeeld bij tot en met 1991 (de Ministerraad bv. tot 1989), en voor zover dit wel het geval is geldt dat dan vaak kleinere commissie-of deelarchieven.
Deze ongefaseerde overgang heeft in de praktijk tot nog toe dus vrij beperkt resultaat gehad. Het Lopai hield in 2004 een enquete over de verkorte overbrengingstermijn, waarbij de provincies en gemeenten er op dit punt gunstiger uitsprongen dan de centrale overheid (deels wegens een gebrek aan instrumentarium).

Actieve openbaarmaking?



Door de huidig Algemeen Rijksarchivaris zijn er sindsdien suggesties gedaan voor een nog kortere overbrengingstermijn, gelijklopend met de politieke overbrengingstermijn (per kabinet dus). Dit zijn vooralsnog woorden voor de politieke bühne gebleken, zo lijkt het, bedoeld om het gezag van archieven meer aanzien te geven.
Het gat tussen geschiedenis en openbaarheid van bestuur werd door hem eerder aangestipt in een bijdrage voor een KVAN-symposium in juni 2008 en later uitgewerkt in zijn lezing 'Het archief als open source'. De nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer wil(de) bij gelegenheid nog verder gaan, met een grondwettelijk recht op toegang tot overheidsdocumenten (interview NRC Handelsblad 18-12-2010).

Gerelateerde blogs over dit thema:

1 januari: openbaarheidsdag
Onthullingen 2: Peter Mandelson

Geen opmerkingen: