Zoeken in deze blog

Translate

maandag 4 juni 2012

Het land van Vermeer

In 1882 verscheen van de hand van Conrad Busken Huet het eerste deel van zijn klassiek geworden cultuurhistorische geschiedenis van Nederland. Hij gaf dit boek de veelzeggende titel Het land van Rembrand (zonder t) mee. Dankzij dit werk werd de 17e eeuw voortaan de Gouden Eeuw en Rembrandt van Rijn haar grootste schilder. Ruim een eeuw later kan die vereenzelviging tussen een land en zijn bekendste schilder beter vervangen worden door die met Johannes Vermeer (1632-1675). Tenslotte moet ook de cultuurhistorie mee met zijn tijd.

Summary

In 1882 Conrad Busken Huet published his book on the cultural history of the Netherlands: he called it The land of Rembrandt, after the most famous Dutch painter. I argue here that, from the perspective of the beginning of the 21st century, this description should now be changed into The land of Vermeer. The appreciation of this Dutch painter has shot up immensely since the 1990s, now turning him probably into the most famous Dutch cultural icon of the Golden Age.


Hoofddoekjes

Enige tijd terug vergeleek columnist Jan Mulder, mede in het kader van het hoofddoekjesdebat (of burkhaverbod), in het programma DWDD een 'schitterende' foto van een gesluierde prinses Máxima, mee op staatsbezoek in Oman, met het werk van Vermeer.


Hij doelde hier ongetwijfeld op het schilderij Het meisje met de parel uit ca. 1665. Dat schilderij is een zogenaamde tronie. Vrijwel niemand in Nederland droeg in de 17e eeuw namelijk een hoofddoekje of, in dit geval, turban.


De vrouw is dus niet echt maar representeert een type: dat van de exotische, Oosterse vrouw. Dit thema zou overigens pas in de loop van de 19e eeuw tot volle wasdom komen.

Nieuwe museale presentatie Nederlandse geschiedenis

Nieuwe presentaties van de Nederlandse geschiedenis nemen opvallend vaak de werken van Vermeer als uitgangspunt. Of dit nu op kasteel Amerongen is, waar zich op de muren van het interieur filmische scenes afspelen uit de Gouden Eeuw, of wellicht minder expliciet in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam. In een documentaire over de verbouwingen van dat museum noemde schrijfster Nelleke Noordervliet desondanks de naam van Vermeer, toen zij enkele nagespeelde huiselijke scenes zag die rondom worden geprojecteerd in een speciale ruimte. Beide verbouwingen zijn recent tot stand gekomen en daarmee indicatief voor de hedendaagse of eigentijdse visie van tentoonstellingsmakers op de cultuur van de Gouden Eeuw.

Peter Greenaway


De stijgende invloed van Vermeer in het afgelopen decennium is mede te danken aan het werk van de Britse cineast Peter Greenaway. In 1996 liet hij op de Vermeerdag (23 maart) in Leiden modellen reeds een aantal vrouwenportretten tot leven wekken.
Dat jaar bezocht hij tevens de grote Vermeer-tentoonstelling in het Mauritshuis. Dit bezoek leidde binnen enkele jaren (1999) tot de opera Writing to Vermeer, met muziek van Louis Andriessen, dat draait rond fictieve brieven geschreven door de drie vrouwen in Vermeers leven.


Greenaway heeft Vermeer eens "de allesoverheersende visuele ceremoniemeester van de cinema" genoemd.
Tevens is hij deels verantwoordelijk voor de herinrichting van het interieur van kasteel Amerongen (waarover in een toekomstig blog meer).
In 2003 verscheen van regisseur Peter Webber tevens de film Girl with a Pearl Earring over een dienstmeid, gespeeld door Scarlett Johansson, in het huishouden van Vermeer die zijn model wordt.



Dominantie beeldcultuur 20e eeuw

Deze cineasten bouwen op hun beurt voort op een reeks van andere hedendaagse kunstenaars - overwegend fotografen - die zich door het werk van Vermeer hebben laten inspireren. Van grote internationale kunstenaars als Gerhard Richter, tot onder meer ook de Nederlandse fotografen Erwin Olaf en Jan Banning. Chris den Engelsman heeft deze fotografische invloed van Vermeer al eens uitvoerig ontleed.
De fascinatie voor het werk van Vermeer komt vooral voort uit zijn tijdloze behandeling van de elementen kleur en licht, waardoor vanzelf een sterk fotografische impressie ontstaat. De Franse filmmaker Jean-Luc Godard vond Vermeer in dat opzicht de eerste cineast: in zijn werk draait het om licht en lijkt de tijd gevangen of bevroren (en dus in wezen ook tijdloos).

Rembrandt

Rembrandt is daarentegen tegenwoordig de wat saaie, degelijke schilder geworden (een grootmeester is hij natuurlijk nog altijd) van historische of bijbelse taferelen. Juist door zijn sterk inhoudelijke thematiek zeggen diens schilderijen ons eigenlijk ook steeds minder. De algemene kennis om ze goed te begrijpen zijn we onderhand kwijt geraakt, mede vanwege een gebrekkige scholing in het onderwijs.


Enkele jaren geleden zag ik desondanks nog een keer een bemoedigende poging op televisie van Rudi Fuchs, die een aantal jonge allochtone Amsterdamse kinderen had meegenomen naar het Rijksmuseum om het Joodse bruidje te gaan zien (die mogelijk noch joods is, noch een bruid), om aan de hand van dit schilderij te praten over belangrijke zaken als geloof, integratie etc.

Rembrandt Research Project

Behalve dat zijn schilderijen inhoudelijk moeilijk vatbaar zijn geworden - er moet (te) veel worden uitgelegd - is er met Rembrandt ook nog iets anders aan de hand, denk ik. Dankzij het uitmuntende werk van Ernst van de Wetering en zijn team - het Rembrandt Research Project - zijn diens schilderijen eigenlijk dood beredeneerd. Werkelijk álles weten we nu over materiaalgebruik, penseelvoering en overige technische zaken.
Al die kennis wordt bovendien telkens teruggebracht tot één, allesoverheersende vraag: is het wel een echte Rembrandt? Daarmee vertegenwoordigen diens schilderijen eigenlijk vooral nog een financiële waarde en zijn ze daarmee een reflectie van de huidige dominantie van de kunstmarkt. Deze demystificatie van het kunstenaarschap lijkt mij funest voor zijn kunstzinnige erfenis; soms kun je eenvoudigweg ook te veel weten.
Tussentijdse pogingen om van Rembrandt een rebel te maken (zijn turbulente liefdesleven) of een mislukking (zijn bankroet) kunnen in dat opzicht niet stippen aan de naam en faam van die andere grote Nederlandse schilder: Vincent van Gogh.

Vermeer

Vermeers schilderijen hoeven gelukkig niet te worden uitgelegd - dat doen we namelijk overwegend zelf. Diens schilderijen zijn in wezen ondoorgrondelijk, ook al denken we telkens op hoofdlijnen (mede dankzij de eenvoudige titels, zoals Het melkmeisje) goed te weten waar ze over gaan.
Zijn beperkte oeuvre van nog geen dertig schilderijen staat open voor allerlei interpretaties. Hierdoor kunnen we er in de eerste plaats ons eigen verhaal in kwijt. De afgebeelde voorstellingen stellen telkens heel nauwkeurig het ik of een individu centraal, óf het nu het melkmeisje is of de briefschrijfster, al blijft het gissen naar de preciese omstandigheid. Het zijn daardoor ook unheimisch sterk psychologiserende schilderijen.
De scenes zijn daarnaast erg huiselijk en toegespitst op het materiële welvaren: er valt van alles aan produkten uit de bourgeois cultuur te zien. De schilder toont ons onbeschaamd de rijkdom van die tijd en komt daarmee in ruime mate tegemoet aan ons eigen hedonisme.

Gebrek aan kennis

Juist het gebrek aan kennis over Vermeer leidde onder meer tot de bizarre situatie rond de Tweede Wereldoorlog inzake de vervalsingen van Han Vermeegeren, waarover in 2010 nog een tentoonstelling was te zien in museum Boijmans van Beuningen.
Hoe belangrijk archiefonderzoek soms is (ook in de kunstwereld) toonde het ongeëvenaarde boek van de in 2005 overleden econoom en kunsthistoricus John Michael Montias uit 1989, enige jaren later in het Nederlands verschenen als Vermeer en zijn milieu. Het gemeentearchief van Delft werd door hem systematisch doorgeploegd op zoek naar verwijzingen over Vermeer; dit resulteerde onder meer in een lijst met ruim 450 documenten.
Desondanks blijft er veel te gissen over. Een goed voorbeeld hiervan is zijn Gezicht op Delft, volgens velen een van de mooiste stadsgezichten uit te 17e eeuw. Maar is hier alles wel pais en vree zoals het lijkt? Tijdgenoten keken waarschijnlijk niet naar wat ze zagen, maar juist naar datgene wat er ontbrak ten gevolge van de grote kruidontploffing van 1654. Zitten we dus niet naar een gapende oorlogswond à la Picasso's Guernica te kijken? Let bijvoorbeeld ook eens op de dreigende luchtpartij.


In tegenstelling tot bij Rembrandt geven de werken van Vermeer hun geheimen maar betrekkelijk zelden bloot. In het voorjaar van 2012 werd de restauratie voltooid van Brieflezende vrouw uit de collectie van het Rijksmuseum en zodoende alsnog 'het geheim van het blauw' ontdekt (een kopergroene onderlaag).




Export

Wie vandaag de dag een winkel van de Franse supermarkt-keten Carrefour binnenstapt ontkomt niet gemakkelijk aan de beeltenis van een van Vermeers bekendste schilderijen: diens melkmeisje siert een hele zuivellijn (toetjes) van Nestlé.


Niet alleen op deze buitenlandse toetjes, maar ook op tal van boekomslagen e.d. staan Vermeers werken afgebeeld: het copyright moet zo langzamerhand aardig in de papieren lopen.
Vermeer is tegenwoordig ook het grote kijfcijferkanon bij buitenlandse tentoonstellingen in onder meer de Verenigde Staten, Japan en Groot-Brittannië. In het najaar van 2012 zal dat ongetwijfeld ook voor Italië gelden als er een tentoonstelling in Rome komt.
Meer dan de helft van het totale aantal (boek)titels over Vermeer is verschenen sinds de jaren negentig van de vorige eeuw; tussen de 5 à 10 titels per jaar. Opvallend hierbij is overigens dat buitenlandse auteurs domineren, iets dat wel vaker het geval is bij de grote waardering voor de cultuur van de Republiek.
Sinds 2008 is ook de Johannes Vermeer Prijs ingesteld voor uitzonderlijk artistiek talent. Deze staatsprijs voor de kunsten bedraagt 100.000 euro.

En zo kon het gebeuren dat een andere schilder, wiens schilderijen ten tijde van de verschijning van Het land van Rembrand slechts geringe bedragen opbrachten (soms maar enkele guldens), anno de 21e eeuw ons beeld van de Gouden Eeuw domineert.

1 opmerking:

Daan van Leeuwen zei

Tot 1995 stond het schilderij bekend als Meisje met tulband. Pas in het Mauritshuis besloot men dat Meisje met de parel een betere naam was. Vincent Icke kwam in 2014 tot de conclusie dat de oorbel geen parel kan zijn: de spiegelende weerkaatsing, peervorm en grootte zijn vreemd aan een gangbare parel. Na geconfronteerd te zijn met het gegeven dat de parel op het schilderij geen parel is, gaf het museum aan de naam toch niet opnieuw te willen wijzigen