Zoeken in deze blog

Translate

woensdag 22 juni 2011

Wereldwandelen (15): de jongste deelnemer

De onderneming namens Kleedingmagazijn Gebr. Bervoets uit Rotterdam in 1908, sponsor van een van de vroegste Nederlandse wereldreizen te voet (zie mijn eerdere blog over Nederlandse globetrotters), kreeg al vrijwel direct een opvallende navolging.

'De 13-jarige Theodorus M., wonende Keizerstraat alhier [Zierikzee], is in de wieg gelegd voor globe-trotter. In het begin dezer maand droste hij al voor de achtste maal uit het ouderlijk huis, nu aangelokt door den tocht van de drie wereldreizigers, die van Bervoet's kleedingmagazijn hun ,,uitstapje'' rond de wereld aanvaardden.
De jeugdige Theodorus was het trio nageloopen en heeft het vergezeld tot dicht bij de oostelijke grenzen van ons land. Onderweg maakte hij verdienstelijk voor de globe-trotters door het verkoopen van prentbriefkaarten, waarvoor de jongen dikwijls aardig duiten wist te maken. Hij werd dan ook best behandeld door de wereldreizigers en zou misschien wel meegeloopen zijn de wereld rond, als zijn oudelui er geen stokje voor hadden gestoken.

De politie was namelijk met de vlucht in kennis gesteld en Theo werd door de maréchausssées aangehouden en op transport gesteld naar Rotterdam, van Nijmegen uit. Hier aangekomen moest de bewaker - een maréchaussée - tengevolge van de lange reis, hoognoodig doen wat de kippetjes niet doen en daartoe absenteerde hij zich in een gelegenheid bij de Koningsbrug. Deze mooie kans werd door Theo niet onbenut gelaten. Hij droste weer stiekum en liet zijn maréchaussée in de misère, want na lang en vergeefs zoeken moest de man met hangende pootjes terugkeeren naar Nijmegen en daar rapport doen van het geval.

Theo was intusschen naar de Oude Plantage gevlucht en hield zich daar tot 's avonds verborgen. Om 12 uur dien avond stond de bootwerker Bart Nahuis, een buur van den jongen, op den Noordblaak, toen hij waaratjes Theo als een heer in een tram zag zitten. Bart wilde zich verdienstelijk maken tegenover de ouders van den jongen, liep de tram na, haalde haar in en bracht den vluchteling thuis. De oudelui waren wat blij, dat hun jongen terug was en gingen het met hem rapporteeren op het politie-bureau van de 1e afd.

Theo, die nog lacht om de poets, die hij den maréchaussée gebakken heeft, maar leelijk de P. in heeft als hij aan Bart denkt, die zich niet liet bedotten, zal wel spoedig probeeren opnieuw te drossen. Gaat het niet door de deur, dan maar door het raam, zooals hij het al meer geflikt heeft. Er zit een echt avontuurlijke geest in dien jongen en als moeder hem bij den pappot wil houden, zal zij hem vast dienen te binden.'

Bron
Zierikzeesche Nieuwsbode 20-06-1908