Zoeken in deze blog

Translate

maandag 17 januari 2011

Brand en de autorensport (2): Le Mans 1955


Beelden van de meest verschrikkelijke raceongelukken zijn ruimschoots voorradig op Youtube. Eentje springt er bovenuit vanwege de vele historische implicaties die het betreffende ongeluk heeft gehad. De legendarische 24 uurs rennen van Le Mans op het circuit van Le Sarthe (grotendeels bestaande uit openbare weg) waren jarenlang het toonbeeld van de autorensport.

De race

In 1955 was er sprake van een topduel tussen Mercedes en Jaguar, eigenlijk een soort verkapte Duitsland-Engeland zo kort na de Tweede Wereldoorlog. De autorensport was vanaf het begin van zijn ontstaan in de eerste helft van de 20e eeuw altijd al sterk verweven geweest met het nationalisme (onder andere door middel van de eigen, nationale racekleur), misschien wel meer dan enige andere sport.
De tactiek van de Engelsen, geleid door coureur Mike Hawthorn, is om er een sprintrace van te maken en zo de Duitsers proberen te breken. De Mercedessen waren vooral robuuste bolides, terwijl de Jaguar D-type meer geavanceerd was met bijvoorbeeld schijfremmen. De Mercedes 300 SL was overigens qua ontwerp bijzonder genoeg en gebruikte bijvoorbeeld een luchtrem: bij het aanremmem klapte de kofferbak open bij wijze van windvanger.

Openingsfase

Het moordende tempo leidt ertoe dat er diverse ronderecords worden gezet; het team van Ferrari gaat mee in dit spel maar sneuvelt tevens als eerste. Aan het eind van de 36e ronde, rond half zeven, nadert een groepje van vier wagens de laatste bocht. Voorop rijdt de bolide van Lance Macklin, een achterligger, direct gevolgd door Hawthorn. Daarachter rijden twee Mercedessen: die van Pierre Levegh en Juan Manuel Fangio.

Manoeuvre

Hawthorn besluit nog snel de Austin Healy van Macklin in te halen alvorens de pitstraat in te willen duiken. De pits is in die dagen niet wezenlijk gescheiden van de rijbaan, behalve door een eenvoudige witte lijn. Deze manoeuvre verrast de veel minder hard rijdende wagen. Hawthorn snijdt hem als het ware af; het is onduidelijk of er sprake is van enig contact.
Op de beelden (zie onder) is een kleine stofwolk waarneembaar, alsof Macklin iets te veel aan de rechterkant van de weg zit - wellicht om Hawthorn te willen ontwijken. Hierna schiet hij plotseling naar links over de baan, mogelijk om de vaart minderende Hawthorn weer te willen passeren of is hij inmiddels de controle over de wagen kwijt?



De Mercedes van Levegh kan geen kant meer op en rijdt min of meer dwars over de Austin Healy heen. Vanwege het aerodynamische design van deze wagen, wordt hij min of meer gelanceerd en knalt bovenop de aarden wal aan de linkerkant van de baan die er toe dient om het publiek te beschermen.



Door de kracht van de impact breekt de Mercedes in diverse delen uiteen. Zware onderdelen vliegen met grote snelheid door de lucht en verder het publiek in.
Achter de wal staat het publiek dicht op elkaar gepakt, deels op tafels voor een beter uitzicht: start-en finish zijn vaak de drukste plekken op een racebaan. Diverse mensen worden onthoofd door de rondvliegende motorkap of anderszins geamputeerd: lichaamsdelen liggen bezaaid over de grond.



De benzinetank explodeert even verderop in het publiek, waardoor er brand uitbreekt; ook het wrak zelf staat inmiddels in lichterlaaie. Vele van de gewonden hebben brandwonden, iets dat Mercedes overigens later ontkent.
De chaos voor de pits met politieagenten en hulpdiensten op de baan is eigenlijk niet meer te overzien, maar de race gaat ondertussen gewoon door. Levegh ligt dood naast de baan, met een doek over zich heen getrokken. Macklins auto komt na diverse botsingen tot stilstand; hij blijft ongedeerd. Hawthorn wint uiteindelijk de race, de huldiging is sober; het is een wedstrijd zonder glans.

Beeldmateriaal

Het beeldmateriaal uit die tijd is qua commentaar niet onbesproken. Bekijk eerst vrij unieke kleurenbeelden onder het motto 'the race must go on':



Bekijk meer expliciete beelden van de tribune met al even bijzonder commentaar (o.a. een referentie naar de holocaust):



De schuldvraag

Van de doden niets dan goeds, zegt men wel eens. In gevallen als deze vormen zij daarentegen vaak de ideale zondebok. De 49-jarige Levegh zou te oud zijn geweest en te zeer een amateurracer: een coureur in wezen niet berekend op zijn taak. Vreemd is dat Levegh, die een ronde achterligt, op het moment van het ongeluk nog voor Fangio rijdt; hij had deze in principe kunnen laten passeren door vaart te minderen en naar rechts uit te wijken. Fangio zelf heeft altijd volgehouden dat kort voor Levegh tegen de Healy aanreed, deze hem verwittigde met een handsignaal ter waarschuwing: dit zou zijn leven hebben gered.
Enkele ooggetuigen beweren dat Hawthorn kort na het ongeluk in de pits toegeeft deze veroorzaakt te hebben vol van emotie als hij is. Maar binnen enkele uren verandert hij van mening, mogelijk op advies van de raceleiding bij Jaguar. Als in 1958 zijn autobiografie verschijnt, ontkent hij in wezen iedere schuld. In reactie begint Macklin een rechtszaak wegens smaad. Hawthorn rijdt zich echter in 1959 dood op de openbare weg waardoor er geen finale uitspraak komt. De Engelsman was, na wereldkampioen te zijn geworden in de Formule 1 in 1958, gestopt met autoracen wegens walging over het dodelijke ongeluk van zijn goede vriend Peter Collins.
De internationale pers legt de schuld grotendeels bij Hawthorn. De roekeloosheid van Hawthorn zou later min of meer worden beaamd: hij was ernstig ziek en had waarschijnlijk nog maar enkele jaren te leven.
Mercedes komt later met een rapport waarin staat dat er technisch gezien niets mankeerde aan haar wagens. De Mercedes was bijvoorbeeld van magnesium gemaakt en dus sneller brandbaar. Als na enkele uren de volle omvang van de ramp steeds duidelijker wordt, doet Mercedes aan Jaguar het voorstel zich terug te trekken uit de race; de Britten wijzen het aanbod beleefd (of verontwaardigd?) af. De Duitsers trekken hun twee overgebleven wagens wel terug.

De nasleep

Een officieel dodental is er niet; die ligt ergens rond de 80 (77? 82? 83?). Vaak wordt het getal van 86 gehanteerd. Hoe dan ook: er is sprake van het grootste ongeluk ooit uit de autosport. Het aantal gewonden wordt op 120 à 140 geschat; van hen zouden er 76 verminkt zijn voor het leven. Een monument voor de slachtoffers is er al evenmin, behalve een heel knullig bordje (dat de naam herdenkingsplaquette nauwelijks verdient) langs de baan.



In een aantal landen (Frankrijk, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Duitsland, Italië en Zwitserland) wordt in reactie op het dodelijk ongeluk autoracen per direct verboden. Mercedes en Jaguar trekken zich als gevolg van het ongeluk officieel terug uit de autorensport aan het einde van het jaar. Pas halverwege de jaren tachtig ondernemen zij weer raceactiviteiten.
De teamgenoot van Levegh, die door het ongeluk dat jaar niet aan rijden toekomt, de Amerikaan John Fitch, draagt later in niet geringe mate bij tot de algemene verkeersveiligheid vanwege zijn ontwerp voor een veiligheidsgordel. Autocoureurs dragen in die dagen liever geen veiligheidsgordels. Zij verkozen uit de wagen geslingerd te worden, in plaats van bij een ongeluk tussen het wrak geplet te worden en of levend verbrand te worden.
Pas in de loop van de jaren zeventig zal de veiligheid op en rond de baan serieus genomen worden. Tot die tijd verliezen op jaarbasis vele coureurs het leven: de dood was hun constante metgezel.
Meer neutraal houdt men het, zoals wel vaker in de autosport, op een raceongeluk. Er wordt een officieel onderzoek ingesteld door de Franse regering. Het onderliggende onderzoeksrapport van de politie is echter nog altijd niet openbaar, mede als gevolg van de strenge wetgeving op dit terrein in Frankrijk.


Nawoord 13 september 2012


In de documentaireserie 'Mystères d'Archives' worden nog enkele interessante feiten gemeld. De race is destijds niet gestopt omdat de autoriteiten vrij baan voor de ambulances wilden. Tevens stond er in het contract met de fabrikanten dat de race alleen mocht worden gestopt als de baan geblokkeerd zou zijn (waarvan geen sprake was). Bij het afgelasten van de race zou de organisatie schadevergoeding aan de fabrikanten hebben moeten betalen.
Ten behoeve van het Franse onderzoek wordt iedereen immuniteit toegezegd. Enige schuld wordt uiteindelijk bij het circuit zelf gelegd. Na de editie van 1955 gaat dit grootschalig op de schop: de baan voor de pits wordt verbreed, er komt een nieuwe pits en de beroemde Dunlop brug wordt verplaatst.

Automobiel erfgoed

De prototype Austin Healey 100 S van Lance Macklin is op 1 december 2011 geveild door veilinghuis Bonhams voor $1.3 miljoen dollar. De wagen stond 42 jaar lang in een schuur geparkeerd. De auto is destijds door de Franse justitie in beslag genomen en Austin Healey kreeg haar pas weer terug in september 1956.




Meer beeldmateriaal

Rijdt een onbekommerd rondje mee 1 jaar later met Mike Hawthorn in 1956 over de nieuwe baan, in het geheel niet gehinderd door Fransen ('typical French') op de fiets, brommer of in de auto onderweg!



Wie iets meer wil proeven van de ongedwongen racesfeer uit die dagen, bekijk dit filmpje aan de vooravond van het evenement in 1955 met de belangrijkste protagonisten:

LE MANS 1955 - reel 1 (part 1)




Documentaire

En, voor wie er geen genoeg van kan krijgen, is er sinds 2010 de uurlange documentaire Deadliest Crash.

The LeMans 1955 Disaster from Juha on Vimeo.



Gerelateerde blogs

Brand en de autorensport 1: Zandvoort

1 opmerking:

Anoniem zei

Misschien wel aardig om te vermelden dat de snelste ronde in het jaar van het filmpje van een ronde op Le Mans (1956) werd gereden in 4 min.20sec. Ongeveer een minuut sneller dan het rondje van Hawthorn met fietsers, auto's e.d.